- grond
grond
Eigenschappen
Voorkeurslabel | grond |
---|---|
Definitie | Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal (sediment), water en lucht dat aan het aardoppervlak of (vlak) daaronder voorkomt. |
Synoniem | grond |
Toelichting op definitie | Het niet verweerde vaste materiaal noemt men gesteente.
Het verweringsproces is een gevolg van de inwerking van vorst en dooi (afwisselend bevriezend en ontdooiend water in rotsspleten), en van zon, regen en wind op rotsgesteente, die uiteindelijk tot breuken in het rotsgesteente leidt. Stukken rots komen hierdoor los, rollen naar beneden, waarna de kleinere delen worden meegevoerd door rivieren richting rivierdelta. Door verdere slijtage ontstaan steeds kleinere delen, achtereenvolgens grind, zand en tenslotte slib: de minerale bestanddelen van de bodem. Veen ontstaat door het afsterven en rotten van planten onder water in zuurstofarme omstandigheden. Humus ontstaat door biologische afbraak van dode planten in zuurstofrijke 'terrestrische' omstandigheden (op het land). Veen en humus vormen het organische bestanddeel van de bodem. Grond bestaat, naast water (bodemvocht) en lucht, uit een of meerdere van de volgende materialen:
|
Voorbeeld | https://www.wur.nl/nl/show/Grondsoortenkaart.htm |
Exacte overeenkomst | https://nl.wikipedia.org/wiki/Grond_(aarde), https://data.cultureelerfgoed.nl/term/id/cht/aa048756-99b0-4569-9ab3-34fff12243dc |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
grond | Breder | |
grond | Bron van |
|
grond | Gerelateerd |
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|---|---|
grondverwerving (Begrip) | Breder | grond |
grondverbetering (Begrip) | Deel van | grond |
granulaire samenstelling (Begrip) | Gerelateerd | grond |
Oppervlakte van de aarde.
Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal (sediment), water en lucht dat aan het aardoppervlak of (vlak) daaronder voorkomt.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Oppervlakte van de aarde.
Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal (sediment), water en lucht dat aan het aardoppervlak of (vlak) daaronder voorkomt.
Twee of meer verschillende elementen die bij elkaar gehouden worden in vastgestelde gehaltes door de aantrekkingskrachten die chemische bindingen worden genoemd.
Materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof, bestemd om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, geselecteerd op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof, bestemd om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, geselecteerd op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Het in hoofdzaak uit zuurstof en stikstof bestaande gasmengsel dat de aarde tot op zekere hoogte omgeeft. Deze luchtlaag heet dampkring of atmosfeer.
Het aardoppervlak is het grensvlak tussen de vaste aardkorst, samen met het erop gelegen water, en de atmosfeer. Het aardoppervlak beslaat ongeveer 510 miljoen km² en kan op verschillende manieren in halfronden of hemisferen worden ingedeeld.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Harde stof met een minerale samenstelling.
Harde stof met een minerale samenstelling.
De zon is de ster die het dichtst bij de aarde staat en het centrum van het zonnestelsel vormt. De zon is een middelgrote ster in een buitenste arm van het Melkwegstelsel.
Neerslag in de vorm van vloeibare water druppels met diameter groter dan 0.5 mm.
Water in vaste of vloeibare vorm dat uit de atmosfeer op het aardoppervlak valt.
Bewegende lucht.
Een set van taken en bevoegdheden van een persoon.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Richting is de informatie over de relatieve ligging van een plaats ten opzichte van een andere, zonder de afstand te specificeren.
Gesteente, hoofdzakelijk bestaande uit kwarts, overwegend rond, van natuurlijke herkomst, met een korrelgrootte tussen de 2 mm en 63 mm.
Een natuurlijk los afzettingsgesteente bestaande uit een mengsel van voornamelijk minerale deeltjes met een korrelgrootte die hoofdzakelijk ligt tussen 0.063 en 2 mm. De samenstelling en aard van de korrels en korrelgrootte verdeling kan sterk variëren. Van het totaal aan minerale deeltjes kleiner dan 2 mm is maximaal 8% kleiner dan 0.002 mm en maximaal 50% kleiner dan 0.063 mm, terwijl maximaal 30% van het volledige minerale mengsel groter dan 2 mm mag zijn.
Door water afgezette sedimentdeeltjes met een grootte tussen 4 en 62 micrometer.
Het aan de oppervlakte liggende pakket van de aardkorst met de daaronder liggende aardlagen onder invloed van de hydrosfeer, atmosfeer en organismen.
Grondsoort die grotendeels bestaat (ontstaan is) uit afgestorven plantenresten.
Grondsoort die grotendeels bestaat (ontstaan is) uit afgestorven plantenresten.
Planten (Viridiplantae binnen de Archaeplastida, oorspronkelijk Plantae) zijn organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen. De naam Plantae wordt niet meer voor een taxonomische eenheid gebruikt.
De plantenwereld van een regio.
Donkere, vormeloze, aardachtige stof, die een mengsel is van allerlei organische stoffen (voornamelijk van plantaardige stoffen) die in de bodem worden afgebroken dan wel worden gevormd.
Donkere, vormeloze, aardachtige stof, die een mengsel is van allerlei organische stoffen (voornamelijk van plantaardige stoffen) die in de bodem worden afgebroken dan wel worden gevormd.
Biologie is de natuurwetenschap die zich richt op levende organismen, levensprocessen en levensverschijnselen.
Fysisch, Chemisch of biochemisch proces waarbij stoffen worden afgebroken.
Terrestrisch betekent letterlijk Aards; in sommige betekenissen wordt ermee bedoeld: op het land.
Een topografische - en internationaal rechtserkende eenheid.
Donkere, vormeloze, aardachtige stof, die een mengsel is van allerlei organische stoffen (voornamelijk van plantaardige stoffen) die in de bodem worden afgebroken dan wel worden gevormd.
Donkere, vormeloze, aardachtige stof, die een mengsel is van allerlei organische stoffen (voornamelijk van plantaardige stoffen) die in de bodem worden afgebroken dan wel worden gevormd.
In het algemeen is een vorm hoe een voorwerp zintuiglijk (tast, zicht, enzovoorts) op de mens overkomt, bijvoorbeeld cirkel, vierkant, rechthoek, ovaal, driehoek.
Stoffen waaruit levende wezens zijn samengesteld.
Materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof, bestemd om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, geselecteerd op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof, bestemd om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, geselecteerd op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Harde stof met een minerale samenstelling.
Vaste stoffen waaruit gesteenten zijn opgebouwd.
Harde stof met een minerale samenstelling.
Korrelfractie bestaande uit minerale deeltjes kleiner dan 0,002 mm
Zeer kleine droge deeltjes.
Fysiek object dat bestaat uit een macroscopische hoeveelheid materie, waarvan de afmetingen zodanig zijn dat de klassieke fysica dominant is. Het object kan als een continuum worden behandeld. (bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie (NL))
Grondsoort die grotendeels bestaat (ontstaan is) uit afgestorven plantenresten.
Grondsoort die grotendeels bestaat (ontstaan is) uit afgestorven plantenresten.
Omzetting van natuurlijke gesteenten, mineralen of sedimenten in meer elementaire componenten of andere verbindingen, onder invloed van natuurlijke (biochemische, geochemische, fysische) processen.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Oorsprong van een emissie.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.