- referentie
referentie
Eigenschappen
Voorkeurslabel | referentie |
---|---|
Definitie | De bovengrens van de zeer goede ecologische toestand (ZGET) voor natuurlijke wateren. |
Toelichting op definitie | Beschrijving hoe het betreffende “watertype” er ecologisch uit zouden zien als er geen of slechts geringe menselijke invloed zou zijn geweest. De doelstellingen voor natuurlijke, maar ook sterk veranderde en kunstmatige wateren worden uiteindelijk van deze referentie afgeleid. De referenties gaan gedetailleerd in op de natuurlijke abiotische omstandigheden en de bijbehorende verschillende soorten algen, planten, waterdiertjes en vissen, omdat deze soortengroepen veel informatie geven over de biologische gezondheid van het water als systeem. Bijvoorbeeld referentie van het watertype R7 voor rivieren, watertype M30 voor meren etc. (bron: begrippenlijst KRW natuurmonumenten / Aquo) |
Exacte overeenkomst | https://www.aquo.nl/index.php/Id-7071e8d5-8d9f-4484-b132-d03823f8202d |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
referentie | Breder | |
referentie | Bron van |
|
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|
Een referentie is een verwijzing naar informatie ter ondersteuning van een bewering.
De bovengrens van de zeer goede ecologische toestand (ZGET) voor natuurlijke wateren.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
De maximale waarde waar iets aan moet voldoen.
Juist, zoals het behoort, zoals verwacht wordt.
De leer van de onderlinge betrekkingen tussen levende organismen en hun milieu.
Geheel van omstandigheden of condities waarin een fysiek object, informatieobject of activiteit zich bevindt op een specifiek moment in de tijd.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Korte inhoudelijke toelichting.
De leer van de onderlinge betrekkingen tussen levende organismen en hun milieu.
Inwerking van een zaak of omstandigheid op een andere (of op personen).
Een toestand of conditie van de organisatie die tot stand moet worden gebracht of behouden.
Een maar is een (voornamelijk) Groningse naam voor een waterloop. Maren zijn meestal smalle, ondiepe, onregelmatige, soms ook niet-natuurlijke stroompjes (slootjes) die al eeuwenlang door het landschap stromen.
Behorende tot de niet-levende natuur.
Een groep voorwerpen die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich daarin onderscheidt van overeenkomstige groepen. Verzameling mensen of dingen met dezelfde eigenschappen.
Geheel van individuen die in alle enigszins belangrijk geachte kenmerken met elkaar en met hun nakomelingen overeenkomen.
Een of meercellige fotoautotrofe organismen.
Planten (Viridiplantae binnen de Archaeplastida, oorspronkelijk Plantae) zijn organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen. De naam Plantae wordt niet meer voor een taxonomische eenheid gebruikt.
De plantenwereld van een regio.
Vissen (Pisces) zijn in het water levende gewervelde dieren die in de regel ademhalen met kieuwen.
Volgens de Visserijwet is dit: aangewezen vissen + delen + kuit en broed, aangewezen schaal-, schelp- en weekdieren + delen + broed en zaad, zeesterren, zee- of koraalmos.
Gegevens waaraan vanuit een bepaalde context betekenis wordt toegekend.
Biologie is de natuurwetenschap die zich richt op levende organismen, levensprocessen en levensverschijnselen.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Een systeem, als onderwerp van de systeemtheorie, wordt gezien als een geheel van elementen die elkaar wederzijds beïnvloeden en die een geïntegreerd geheel vormen.
Een uit meerdere onderdelen bestaand stelsel dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Een massa stilstaand landoppervlaktewater.
Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een lijst van begrippen.
De Kaderrichtlijn Water is een Europese richtlijn die voorschrijft dat de waterkwaliteit van de Europese wateren vanaf 2015 aan bepaalde eisen moet voldoen.
Uniforme taal voor het uitwisselen van gegevens binnen de watersector.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.