autotroof
Eigenschappen
Voorkeurslabel | autotroof |
---|---|
Definitie | Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen. |
Synoniem | autotrofe |
Toelichting op definitie | Bijna alle planten en algen en enkele bacteriesoorten zijn autotroof. Wanneer een organisme door fotosynthese gebruikmaakt van zonlicht voor het verkrijgen van de benodigde energie, dan is het fotoautotroof. Wordt er geen gebruik gemaakt van zonlicht maar van oxidatieprocessen van anorganische stoffen, dan is het organisme chemo-autotroof. Voorbeelden van autotrofe bacteriën zijn nitrificeerders en anammox bacteriën. Anammox bacteriën zijn aerotolerante (zuurstoftolerante) chemo-litho-autotrofe micro-organismen en behoren tot de planctomycetes. Autotroof is een samenstelling van de Griekse woorden autos (zelf) en trophein (voeden). Dit betekent dat het organisme zelf voedsel kan aanmaken en het niet hoeft te betrekken van een ander organisme. Heterotroof is het tegengestelde van autotroof: heterotrofe organismen betrekken hun voedsel van een ander organisme omdat ze het niet zelf kunnen aanmaken. (bron: Wikipedia) |
Exacte overeenkomst | https://nl.wikipedia.org/wiki/Autotroof |
Afbeelding van | Een stroomschema waarmee men kan bepalen of een soort autotroof, heterotroof of een subtype is |
Video van | |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
autotroof | Breder | |
autotroof | Bron van |
|
autotroof | Gerelateerd |
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|---|---|
anorganische stof (Begrip) | Gerelateerd | autotroof |
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Levend biologisch wezen.
Levend biologisch wezen.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Oorsprong van een emissie.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Chemisch element dat in alle organische verbindingen voorkomt, symbool C, atoomnummer 6.
In de biologie is de cel het kleinste onderdeel van een organisme dat alle genetische informatie van dat organisme bevat. Stofwisseling, de verzamelnaam voor alle fysiologische levensprocessen die het organisme doen groeien en in stand houden, vindt binnen iedere individuele cel van een organisme plaats.
Energie is een fundamentele natuurkundige grootheid, dat is een meetbare eigenschap van een natuurkundig verschijnsel. Een algemeen geldige korte definitie is niet mogelijk omdat van de vele soorten fysische verschijnselen, thermisch, mechanisch, straling, chemisch, enz. energie op veel verschillende manieren gemeten wordt. Al deze metingen hebben gemeen dat de resultaten uitgedrukt kunnen worden in dezelfde natuurkundige eenheid.
Een kleur-, reuk- en smaakloos gas dat voor 21 volumeprocent voorkomt in de dampkringlucht, als elektronenacceptor onontbeerlijk voor de ademhaling van mensen en dieren. Nodig bij aërobe processen.
Chemisch element uit de zestiende groep van het periodiek systeem, atoomnummer 8, symbool O.
Het in hoofdzaak uit zuurstof en stikstof bestaande gasmengsel dat de aarde tot op zekere hoogte omgeeft. Deze luchtlaag heet dampkring of atmosfeer.
Een activiteit is een handeling of gebeurtenis uitgevoerd door een natuurverschijnsel of organisme(n).
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Stoffen waaruit levende wezens zijn samengesteld.
Zeer kleine droge deeltjes.
Fysiek object dat bestaat uit een macroscopische hoeveelheid materie, waarvan de afmetingen zodanig zijn dat de klassieke fysica dominant is. Het object kan als een continuum worden behandeld. (bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie (NL))
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Planten (Viridiplantae binnen de Archaeplastida, oorspronkelijk Plantae) zijn organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen. De naam Plantae wordt niet meer voor een taxonomische eenheid gebruikt.
De plantenwereld van een regio.
Een of meercellige fotoautotrofe organismen.
Levend biologisch wezen.
Levend biologisch wezen.
Synthese van organische stof uit koolstofdioxide en water door levende organismen onder invloed van licht met behulp van fotochemische reactieve pigmenten.
Een maar is een (voornamelijk) Groningse naam voor een waterloop. Maren zijn meestal smalle, ondiepe, onregelmatige, soms ook niet-natuurlijke stroompjes (slootjes) die al eeuwenlang door het landschap stromen.
Een groep van eencellige micro-organismen, die geen celkern hebben en soms in kolonies leven
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Autotrofe organismen zijn organismen die CO2 gebruiken als bron van koolstof voor hun cellen. Ze halen hun energie uit anorganische stoffen of uit zonlicht. De energie gebruiken zij om kooldioxide om te zetten in glucose, waarbij zuurstof wordt geproduceerd. Door gebruik van de genoemde energiebronnen zal door de activiteit van autotrofe organismen de hoeveelheid organische stof toenemen.
Een organisme is een heterotroof organisme als het zijn organische celmateriaal opbouwt uit voedingsstoffen die het betrekt uit organische stoffen, afkomstig van andere organismen.
Een organisme is een heterotroof organisme als het zijn organische celmateriaal opbouwt uit voedingsstoffen die het betrekt uit organische stoffen, afkomstig van andere organismen.
Wikipedia is een online encyclopedie die ernaar streeft inhoud te bieden die vrij herbruikbaar, objectief en verifieerbaar is.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.
Geheel van individuen die in alle enigszins belangrijk geachte kenmerken met elkaar en met hun nakomelingen overeenkomen.
Een groep voorwerpen die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich daarin onderscheidt van overeenkomstige groepen. Verzameling mensen of dingen met dezelfde eigenschappen.
Geheel van individuen die in alle enigszins belangrijk geachte kenmerken met elkaar en met hun nakomelingen overeenkomen.
Een organisme is een heterotroof organisme als het zijn organische celmateriaal opbouwt uit voedingsstoffen die het betrekt uit organische stoffen, afkomstig van andere organismen.
Een organisme is een heterotroof organisme als het zijn organische celmateriaal opbouwt uit voedingsstoffen die het betrekt uit organische stoffen, afkomstig van andere organismen.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Oorsprong van een emissie.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.