golf

Eigenschappen

Voorkeurslabel	golf
Definitie	Voortbewegende verstoring van de evenwichtsstand van de waterspiegel.
Synoniem	golven, oppervlaktegolf, oppervlaktegolven, watergolf
Toelichting op definitie	Per definitie kenbaar als een daling, rijzing en daling vanaf de middenstand. (bron: Aquo) Oppervlaktegolven in de vloeistofdynamica zijn golven die zich voortplanten langs het oppervlak van een vloeistof, zoals water, onder invloed van de zwaartekracht en massatraagheid. Oppervlaktegolven worden ook in meer of mindere mate beïnvloed door oppervlaktespanning en viskeuze wrijving. Enkele vormen van oppervlaktegolven zijn: windgolven en deining in oceanen en zeeën, getijdengolven, tsunami's, scheepsgolven, rimpelingen of capilaire golven, seiches in havenbekkens en grote meren, hoogwatergolven op een rivier. Iedere soort golven heeft zo zijn eigen karakteristieken. (bron: Wikipedia)
Voorbeeld	http://www.duikkids.nl/Pagina%27s/Water%20-%20raar%20spul/Geluid%20onder%20water.html
Exacte overeenkomst	https://www.aquo.nl/index.php/Id-6f5270ed-22b6-460e-8cb2-8c3e3abfe158, https://nl.wikipedia.org/wiki/Oppervlaktegolf_(vloeistofdynamica)
Afbeelding van	Watergolf, golfhoogte, golfdal en golftop. Een opspattende golf. Ontstaan van golven.
Video van
Status	Concept

Relaties

Vertrekpunt	Relatie	Eindpunten
oppervlaktegolf	Breder	water (Begrip)
oppervlaktegolf	Bron van	Aquo begrippen (Informatiebron) DIV Hunze en Aa's begrippen (Informatiebron) Wikipedia begrippen (Informatiebron)
oppervlaktegolf	Gerelateerd	wind (Begrip) oppervlaktewater (Begrip) branding (Begrip)
oppervlaktegolf	Lid van Aquo	IMWA KRW (Collectie Aquo) planologie (Collectie Aquo)

Afgeleide relaties

Vertrekpunt	Relatie	Eindpunt
boeggolf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
deining (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
diffractie (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
eenlinggolf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
getijgolf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golfdal (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golfhoogte (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golflengte (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golfoploop (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golfperiode (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golfrichting (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golfslag (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
golftop (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
hekgolf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
hoogwatergolf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
korte golf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
lange golf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
refractie (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
seiche (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
translatiegolf (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
zeegang (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
zuiging (Begrip)	Breder	oppervlaktegolf
kamhoogte (Begrip)	Deel van	oppervlaktegolf
branding (Begrip)	Gerelateerd	oppervlaktegolf
ribbels (Begrip)	Gerelateerd	oppervlaktegolf
strijklengte (Begrip)	Gerelateerd	oppervlaktegolf

Golfen breken op het strand.

Een baai, golf of bocht is een deel van een groter oppervlaktewater, zoals een zee, oceaan, meer of andere baai, dat het land binnendringt.

Voortbewegende verstoring van de evenwichtsstand van de waterspiegel.

Langgerekte inham in open verbinding met zee en zonder rivierafvoer.

Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.

Iets verbreken.

Het grensvlak tussen water en lucht.

Voortbewegende verstoring van de evenwichtsstand van de waterspiegel.

Voortbewegende verstoring van de evenwichtsstand van de waterspiegel.

Voortbewegende verstoring van de evenwichtsstand van de waterspiegel.

Voortbewegende verstoring van de evenwichtsstand van de waterspiegel.

Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.

Deel van een hydrograaf waarin de afvoer afneemt vanaf de top.

Het hoogteverschil tussen getijhoogwater en het daarop volgende laagwater.

Het stijgen van het waterpeil boven het reductievlak.

Het rekenkundig gemiddelde van het peil in een getijgebied over een bepaalde periode.

Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.

Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.

Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.

Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.

Oorsprong van een emissie.

Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.

Uniforme taal voor het uitwisselen van gegevens binnen de watersector.

Vloeistof is een van de aggregatietoestanden waarin materie kan voorkomen. Een vloeistof is een stof die gemakkelijk vormveranderingen ondergaat, maar zich verzet tegen volumeverandering onder invloed van druk. Hierin onderscheiden vloeistoffen zich van vaste stoffen, die hun vorm behouden, en gassen en plasma's, die samendrukbaar zijn.

De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).

Grondoppervlak in principe bedekt met water.

Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.

Inwerking van een zaak of omstandigheid op een andere (of op personen).

De zwaartekracht of gravitatie is een aantrekkende kracht die twee of meer massa's op elkaar uitoefenen.

Een massa stilstaand landoppervlaktewater.

Oppervlaktespanning is het natuurkundig verschijnsel dat het oppervlak van een vloeistof aan een vloeistof-gasovergang zich gedraagt als een veerkrachtige laag.

In het algemeen is een vorm hoe een voorwerp zintuiglijk (tast, zicht, enzovoorts) op de mens overkomt, bijvoorbeeld cirkel, vierkant, rechthoek, ovaal, driehoek.

Algemene benaming van golfbeweging op zee, betreft zowel windgolven als deining.

Restant van een golfveld dat onder invloed van wind elders is opgewekt en nu niet langer door windenergie gevoed wordt. De golfperiode van deining is veel lager dan die van windgolven, de golflengte is veel langer.

Uitgestrekt oppervlak zout water dat het grootste deel van de aarde bedekt.

Zeer lange éénlinggolf opgewekt door een zeebeving, landverschuiving, orkaan e d .

Een massa stilstaand landoppervlaktewater.

Een aanmerkelijke, betrekkelijk kortdurende verhoging van de afvoer, gekenmerkt door een snelle was, gevolgd door een tragere val.

Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.

Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.

Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.

Wikipedia is een online encyclopedie die ernaar streeft inhoud te bieden die vrij herbruikbaar, objectief en verifieerbaar is.

Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.

Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.

Verticale afstand tussen golftop en golfdal.

Laagste punt van een golf ten opzichte van de evenwichtstoestand.

Hoogste punt van een golf ten opzichte van de evenwichtstoestand.

Mentale representatie van een soort ding.

De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.

Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.

Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.

Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.

Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.

Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.

Oorsprong van een emissie.

In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.

De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.

Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.

Gedeelte van de kuststrook tussen de laagwaterlijn en de duinvoet.