Eigenschap:Publieksvriendelijke toelichting

Kennismodel
:
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
B1 vriendelijke vertaling van de definitie (rdfs:comment)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


nl

50 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
B
De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. De kaart is op 20 centimeter nauwkeurig en bevat veel details, zoals je die in de werkelijkheid ook ziet. Denk aan bomen, wegen en gebouwen. Kortom: de inrichting van de fysieke omgeving.  +
D
Gestandaardiseerd datamodel van de waterschappen. * proces overstijgend (kerngegevens) * gegevensuitwisseling naar derden * wettelijke grondslag (Inspire, KRW etc)  +
Plan voor bescherming van onze kwetsbare delta. Zo kennen we bijvoorbeeld het Deltaplan Waterveiligheid, Deltaplan Zoet water en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.  +
Een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten. Het Deltaplan versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen.  +
Nationaal plan met als doel Nederland nu en in de toekomst beschermen tegen overstromingen.  +
Jaarlijks wordt voor de verschillende Deltaplannen een Deltaprogramma geschreven met daarin de voortgang van de uitwerking en uitvoering van de betreffende Deltaplannen. Met als doel de waterveiligheid en zoetwatervoorziening op de lange termijn te borgen.  +
Een Distributed Denial of Service aanval, ook wel DDoS genoemd is een cyberaanval waarbij ontzettend veel verkeer naar computers, computernetwerken of servers worden verstuurd waardoor deze onbruikbaar worden voor de normale gebruiker.  +
E
Esfenvaleraat is een insecten dodend middel.  +
G
Het landbouwbeleid van de Europese Unie.  +
Geohydrologie is de wetenschap die het voorkomen en stromen van ondergronds water bestudeert.  +
K
Kader Richtlijn Water. Dit is het formele Europese beleidskader voor het waterkwaliteitsbeheer.  +
N
NEN3610 is het Basismodel Geo-informatie. Het model bevat termen, definities, relaties en algemene regels voor het uitwisselen van informatie over aan de aarde gerelateerde ruimtelijke objecten. (Ensie)  +
Een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura-2000 netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitats) als de flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten.  +
Een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het werd vroeger Ecologische Hoofdstructuur genoemd (EHS).  +
Goede afspraken over producten, diensten en werkwijzen zijn belangrijk. Is veiligheid in het geding, dan zijn ze zelfs van levensbelang. Zoals afspraken over speeltoestellen, woningen, ontruimingsplannen en cyber security. In Nederland is NEN al 100 jaar het centrum van normalisatie. NEN helpt bedrijven en andere partijen om onderling heldere en toepasbare afspraken te maken. NEN vertegenwoordigt ook Nederlandse bedrijven en partijen om samen met centra in andere landen afspraken te maken op Europees en zelfs internationaal niveau.  +
R
Recht van opstal is het recht om op andermans grond iets te bouwen. Normaal gesproken wordt alles dat op iemands grond staat automatisch eigendom van diegene. Zo is het huis dat je op je eigen grond bouwt automatisch je eigendom. Een recht van opstal voorkomt dat het huis dat je op andermans grond bouwt automatisch eigendom wordt van die ander.  +
W
Een verordening met regels voor waterkeringen, watergangen en grondwater binnen het beheergebied van een waterschap.  +
De Wet herverdeling wegenbeheer (WHV) van 29 oktober 1992 is een Nederlandse wet die per 1 januari 1993 de herverdeling van het wegenbeheer tussen het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen regelt.  +
a
Water van het ene naar het andere oppervlaktewater halen of laten stromen.  +
Laag die dient als afwerking van de bekledingsconstructie.  +
b
Verwijderen van sediment.  +
Ondiepte in een water.  +
Afdekking van de kern van een dijk, ter bescherming tegen golfslag en langsstromend water. Voorbeelden zijn grasbekleding en steenbekleding.  +
Belastingen zijn verplichte bijdragen van alle burgers of bedrijven in een land aan de overheid, zonder dat er een directe prestatie van de overheid tegenover staat.  +
Gewassen met water besproeien.  +
Parkeerplaats voor water. Gebied bestemd voor het (tijdelijk)) opslaan van water. Berging vindt plaats in oppervlaktewater of in daartoe bestemde gebieden.  +
Berm aan de landzijde van de dijk om te voorkomen dat de dijk verzwakt.  +
Sloten die liggen binnen één eigendom.  +
Schuine kant van de dijk aan de landzijde.  +
Wijken die liggen binnen één eigendom.  +
Onderzoek waarbij levende organismen, zoals larven, gecontroleerd worden blootgesteld aan bijvoorbeeld gezuiverd afvalwater om te kijken in welke mate het effect heeft op deze organismen.  +
Een verscheidenheid aan levende organismen in verschillende ecosystemen. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem.  +
Een gasmengsel (hoofdzakelijk methaan en koolstofdioxide) dat ontstaat als gevolg van biologische omzettingsprocessen. Een voorbeeld hiervan is de vergisting van zuiveringsslib.  +
Daling van het maaiveld ten opzichte van N.A.P. door gas- en zoutwinning, maar ook door zetting of klink van het bodemmateriaal door oxidatie (veen) en/of verdichting (klei). De grondsoort en de mate van ontwatering spelen hierin een voorname rol.  +
Het stelsel van wateren (meren, kanalen e.d.) dat tot voorlopige berging van het polderwater dient, voordat het op zee geloosd kan worden. Het water in de boezem kan door sluizen met of zonder bemalingswerktuigen (gemaal) op het buitenwater worden geloosd.  +
Dijk, kade of waterkering die een polder scheidt van de boezem.  +
Een voedselvergiftiging bij mensen en dieren, die wordt veroorzaakt door het eten van voedsel waarin een bacterie botulinumtoxine heeft gevormd. Vooral watervogels en vissen hebben hier in de warme zomermaanden last van.  +
Constructie van hout, steen of ander materiaal, inclusief de installaties die daarbij horen.  +
Deel van een beek of rivier, van de oorsprong (de bron) tot de plek waar kleine beken samenstromen tot een grotere beek of rivier.  +
In het voorjaar houden we zoveel mogelijk water vast. We zetten stuwen omhoog, zodat het water niet wegstroomt. Water vasthouden zorgt ervoor dat het kan infiltreren in de bodem. Dit is goed voor de grondwaterstand. Deze zakt dan niet te ver uit, waardoor er minder water aangevoerd hoeft te worden.  +
De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn. Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera. Dit bepaalt de grootte van je beeldhoek én hoe ver je in kunt zoomen. De brandpuntsafstand wordt altijd in millimeters aangeduid.  +
Natuursteen in onregelmatige brokken, zoals deze uit de groeven losgehakt of door ontploffing gebroken worden.  +
Grondwater pompen uit de grond of uit bouwputten.  +
Een strook grond (bufferstrook) tussen een landbouwperceel en het daarnaast gelegen oppervlaktewater om het water te beschermen tegen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Te onderscheiden zijn droge en natte bufferstroken. Bij natte bufferstroken zijn de stroken land verlaagd tot aan of net onder de waterlijn of als flauw aflopend talud tot in het water. Droge bufferstroken liggen doorgaans op gelijke hoogte van het maaiveld van het landbouwperceel. De bufferstroken mogen niet worden bemest of behandeld met gewasbeschermingsmiddelen. Als naast alleen de functie emissiebeperking ook aandacht is voor ontwikkeling van natuur, landschap en ecologie wordt de natte bufferstrook ook wel natuurvriendelijke oever genoemd. Bij droge bufferstroken wordt dan gesproken over akkerrandenbeheer. Droge en natte bufferstroken worden gehouden op vrijwillige basis al dan niet als een groenblauwe dienst als aanvulling op de wettelijke teelt- en spuit vrije zones.  +
Aan de zee- of rivierkant van de dijk liggend.   +
Aan de zee-, meer- of aan de rivierkant van de dijk liggend gebied.   +
Schuine kant van de dijk aan de waterzijde  +
Water in de onmiddelijke gemeenschap met de zee.   +
Een bunkerstation is een tankstation voor de binnenvaart. Een bij een bunkerstation behorend vrij varend schip, dat al varende schepen bevoorraadt waardoor er geen tijdverlies door het bunkeren optreedt, wordt in de accijnswetgeving een leurschip genoemd. In de praktijk heeft men het over de bunkerboot. Bij de meeste bunkerstations horen één of soms meerdere bunkerboten.  +
c
Wasstraat waar een agrariër zijn landbouwvoertuigen en overige toebehoren schoon maakt.  +