Eigenschap:Publieksvriendelijke toelichting

Kennismodel
:
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
B1 vriendelijke vertaling van de definitie (rdfs:comment)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


nl

210 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
B
De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. De kaart is op 20 centimeter nauwkeurig en bevat veel details, zoals je die in de werkelijkheid ook ziet. Denk aan bomen, wegen en gebouwen. Kortom: de inrichting van de fysieke omgeving.  +
D
Gestandaardiseerd datamodel van de waterschappen. * proces overstijgend (kerngegevens) * gegevensuitwisseling naar derden * wettelijke grondslag (Inspire, KRW etc)  +
Plan voor bescherming van onze kwetsbare delta. Zo kennen we bijvoorbeeld het Deltaplan Waterveiligheid, Deltaplan Zoet water en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.  +
Een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten. Het Deltaplan versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen.  +
Nationaal plan met als doel Nederland nu en in de toekomst beschermen tegen overstromingen.  +
Jaarlijks wordt voor de verschillende Deltaplannen een Deltaprogramma geschreven met daarin de voortgang van de uitwerking en uitvoering van de betreffende Deltaplannen. Met als doel de waterveiligheid en zoetwatervoorziening op de lange termijn te borgen.  +
Een Distributed Denial of Service aanval, ook wel DDoS genoemd is een cyberaanval waarbij ontzettend veel verkeer naar computers, computernetwerken of servers worden verstuurd waardoor deze onbruikbaar worden voor de normale gebruiker.  +
E
Esfenvaleraat is een insecten dodend middel.  +
G
Het landbouwbeleid van de Europese Unie.  +
Geohydrologie is de wetenschap die het voorkomen en stromen van ondergronds water bestudeert.  +
K
Kader Richtlijn Water. Dit is het formele Europese beleidskader voor het waterkwaliteitsbeheer.  +
N
NEN3610 is het Basismodel Geo-informatie. Het model bevat termen, definities, relaties en algemene regels voor het uitwisselen van informatie over aan de aarde gerelateerde ruimtelijke objecten. (Ensie)  +
Een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura-2000 netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitats) als de flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten.  +
Een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het werd vroeger Ecologische Hoofdstructuur genoemd (EHS).  +
Goede afspraken over producten, diensten en werkwijzen zijn belangrijk. Is veiligheid in het geding, dan zijn ze zelfs van levensbelang. Zoals afspraken over speeltoestellen, woningen, ontruimingsplannen en cyber security. In Nederland is NEN al 100 jaar het centrum van normalisatie. NEN helpt bedrijven en andere partijen om onderling heldere en toepasbare afspraken te maken. NEN vertegenwoordigt ook Nederlandse bedrijven en partijen om samen met centra in andere landen afspraken te maken op Europees en zelfs internationaal niveau.  +
R
Recht van opstal is het recht om op andermans grond iets te bouwen. Normaal gesproken wordt alles dat op iemands grond staat automatisch eigendom van diegene. Zo is het huis dat je op je eigen grond bouwt automatisch je eigendom. Een recht van opstal voorkomt dat het huis dat je op andermans grond bouwt automatisch eigendom wordt van die ander.  +
W
Een verordening met regels voor waterkeringen, watergangen en grondwater binnen het beheergebied van een waterschap.  +
De Wet herverdeling wegenbeheer (WHV) van 29 oktober 1992 is een Nederlandse wet die per 1 januari 1993 de herverdeling van het wegenbeheer tussen het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen regelt.  +
a
Water van het ene naar het andere oppervlaktewater halen of laten stromen.  +
Laag die dient als afwerking van de bekledingsconstructie.  +
b
Verwijderen van sediment.  +
Ondiepte in een water.  +
Afdekking van de kern van een dijk, ter bescherming tegen golfslag en langsstromend water. Voorbeelden zijn grasbekleding en steenbekleding.  +
Belastingen zijn verplichte bijdragen van alle burgers of bedrijven in een land aan de overheid, zonder dat er een directe prestatie van de overheid tegenover staat.  +
Gewassen met water besproeien.  +
Parkeerplaats voor water. Gebied bestemd voor het (tijdelijk)) opslaan van water. Berging vindt plaats in oppervlaktewater of in daartoe bestemde gebieden.  +
Berm aan de landzijde van de dijk om te voorkomen dat de dijk verzwakt.  +
Sloten die liggen binnen één eigendom.  +
Schuine kant van de dijk aan de landzijde.  +
Wijken die liggen binnen één eigendom.  +
Onderzoek waarbij levende organismen, zoals larven, gecontroleerd worden blootgesteld aan bijvoorbeeld gezuiverd afvalwater om te kijken in welke mate het effect heeft op deze organismen.  +
Een verscheidenheid aan levende organismen in verschillende ecosystemen. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem.  +
Een gasmengsel (hoofdzakelijk methaan en koolstofdioxide) dat ontstaat als gevolg van biologische omzettingsprocessen. Een voorbeeld hiervan is de vergisting van zuiveringsslib.  +
Daling van het maaiveld ten opzichte van N.A.P. door gas- en zoutwinning, maar ook door zetting of klink van het bodemmateriaal door oxidatie (veen) en/of verdichting (klei). De grondsoort en de mate van ontwatering spelen hierin een voorname rol.  +
Het stelsel van wateren (meren, kanalen e.d.) dat tot voorlopige berging van het polderwater dient, voordat het op zee geloosd kan worden. Het water in de boezem kan door sluizen met of zonder bemalingswerktuigen (gemaal) op het buitenwater worden geloosd.  +
Dijk, kade of waterkering die een polder scheidt van de boezem.  +
Een voedselvergiftiging bij mensen en dieren, die wordt veroorzaakt door het eten van voedsel waarin een bacterie botulinumtoxine heeft gevormd. Vooral watervogels en vissen hebben hier in de warme zomermaanden last van.  +
Constructie van hout, steen of ander materiaal, inclusief de installaties die daarbij horen.  +
Deel van een beek of rivier, van de oorsprong (de bron) tot de plek waar kleine beken samenstromen tot een grotere beek of rivier.  +
In het voorjaar houden we zoveel mogelijk water vast. We zetten stuwen omhoog, zodat het water niet wegstroomt. Water vasthouden zorgt ervoor dat het kan infiltreren in de bodem. Dit is goed voor de grondwaterstand. Deze zakt dan niet te ver uit, waardoor er minder water aangevoerd hoeft te worden.  +
De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn. Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera. Dit bepaalt de grootte van je beeldhoek én hoe ver je in kunt zoomen. De brandpuntsafstand wordt altijd in millimeters aangeduid.  +
Natuursteen in onregelmatige brokken, zoals deze uit de groeven losgehakt of door ontploffing gebroken worden.  +
Grondwater pompen uit de grond of uit bouwputten.  +
Een strook grond (bufferstrook) tussen een landbouwperceel en het daarnaast gelegen oppervlaktewater om het water te beschermen tegen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Te onderscheiden zijn droge en natte bufferstroken. Bij natte bufferstroken zijn de stroken land verlaagd tot aan of net onder de waterlijn of als flauw aflopend talud tot in het water. Droge bufferstroken liggen doorgaans op gelijke hoogte van het maaiveld van het landbouwperceel. De bufferstroken mogen niet worden bemest of behandeld met gewasbeschermingsmiddelen. Als naast alleen de functie emissiebeperking ook aandacht is voor ontwikkeling van natuur, landschap en ecologie wordt de natte bufferstrook ook wel natuurvriendelijke oever genoemd. Bij droge bufferstroken wordt dan gesproken over akkerrandenbeheer. Droge en natte bufferstroken worden gehouden op vrijwillige basis al dan niet als een groenblauwe dienst als aanvulling op de wettelijke teelt- en spuit vrije zones.  +
Aan de zee- of rivierkant van de dijk liggend.   +
Aan de zee-, meer- of aan de rivierkant van de dijk liggend gebied.   +
Schuine kant van de dijk aan de waterzijde  +
Water in de onmiddelijke gemeenschap met de zee.   +
Een bunkerstation is een tankstation voor de binnenvaart. Een bij een bunkerstation behorend vrij varend schip, dat al varende schepen bevoorraadt waardoor er geen tijdverlies door het bunkeren optreedt, wordt in de accijnswetgeving een leurschip genoemd. In de praktijk heeft men het over de bunkerboot. Bij de meeste bunkerstations horen één of soms meerdere bunkerboten.  +
c
Wasstraat waar een agrariër zijn landbouwvoertuigen en overige toebehoren schoon maakt.  +
Met Common Ground willen overheden de informatievoorziening eenvoudiger, sneller en slimmer inrichten. In de kern gaat het bij Common Ground om een hervorming van de informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Zo koppelen we data los van werkprocessen en applicaties.  +
Doorgang in een dijk.  +
d
Een dam is een dwars door een water gelegen afsluiting, bedoeld om vissen te vangen, water te keren of te beheersen ten behoeve van bijvoorbeeld inpoldering, energieopwekking voor met name de mijnindustrie, of wegenaanleg. Natuurlijke dammen worden gebouwd door bevers en stuwdammen door mensen.  +
Verticale platen naast elkaar in de grond om grond of water tegen te houden.  +
Zeedeining of gewoon deining, is een door wind gegenereerd golfpatroon aan het wateroppervlak van de zee of oceaan. In tegenstelling tot zeegang wordt het niet langer gevoed door wind. Hoe verder van de oorsprong waar de deining als zeegang ontstaan is hoe langer de periode en de golflengte, en hoe langer en rechter de golfkammen worden, terwijl de golfhoogte langzaam afneemt. Voor zeedeining is er een schaal, die lijkt op de schaal van Schaal van Beaufort.  +
Laaggelegen land met veel water. Het is een stelsel van aftakkingen van een watersysteem, voordat deze in zee uitmondt.  +
(Bron: NEN 2767-4)  +
Ding, voorwerp, zaak.  +
Bij een waterdoorlatende verharding kan het water door de poreuze stenen van de bestrating infiltreren in de ondergrond. Een variant hiervan is verharding door grind of houtspaanders en dennenschors.  +
Combinatie van breedte en diepte van kanaal, rivier of sloot onder de waterspiegel.  +
Waterafvoer om grondwaterstand te verlagen of te verhogen.  +
Leidingwater, bestemd of mede bestemd om te drinken.  +
De Waterwet beschrijft alleen dat een deel van een oppervlaktewaterlichaam kan worden aangewezen als droger oevergebied. Er wordt geen definitie gegeven van de onderscheidende kenmerken of eigenschappen. Zoals Helpdesk Water het stelt: Drogere oevergebieden worden tot de landbodem gerekend en daarop is de Wet bodembescherming van toepassing. Drogere oevergebieden behoren echter wel tot het waterstaatswerk, zodat onder meer de gedoogplichten van hoofdstuk 5 van de Waterwet daar ook van toepassing zijn. Drogere oevergebieden bestaan alleen voor zover ze uitdrukkelijk zijn aangewezen in de Waterregeling (rijkswateren) of een provinciale verordening (regionale wateren). De meest omvangrijke drogere oevergebieden bevinden zich in het rivierbed van de rijksrivieren. De rijksrivieren worden volgens artikel 3.1 lid 2 Waterwet begrensd door de buitenkruinlijn van de primaire waterkeringen, of door hoogwaterkerende gronden. De lijn van hoogwaterkerende gronden langs de onbedijkte rivieren omvat het gebied dat eenmaal per 1250 jaar onder water staat. Dit is een veel groter gebied dan het gebied dat van oudsher onder het waterkwaliteitsbeheer van het Rijk valt. De gebieden waar het Rijk geen waterkwaliteitsbeheer voert, maar die wel binnen de lijn van hoogwaterkerende gronden vallen, zijn op de kaartbijlagen bij de Waterregeling aangewezen als drogere oevergebieden. Drogere oevergebieden zijn ook te vinden op andere locaties, zoals in de uiterwaarden langs de bedijkte rivieren, langs het IJsselmeer en in regionale oppervlaktewaterlichamen. In drogere oevergebieden gelden de regels van de Waterwet over het lozen niet, maar vanuit waterveiligheidsoptiek zijn in deze gebieden wel beheermaatregelen van kracht.  +
Toestel voor het verminderen van druk.  +
Een irrigatiemethode, waarbij water bij de planten wordt gedruppeld door een stelsel van leidingen, slangetjes en druppelaars.  +
Kokervormige constructie met meestal een vrije waterspiegel, die twee waterlopen met elkaar verbindt.   +
Onderste rand van het duin en overgang naar het strand.  +
e
De wisselwerking tussen alle organismen en de omgeving in een gebied.  +
Effluent is het uitstromen van water of gas naar een natuurlijk waterlichaam, vanuit een constructie zoals een rioolwaterzuiveringsinstallatie , rioolbuis , industriële afvalwaterzuiveringsinstallatie of industriële afvoer.  +
Het streven van de emissiebeperking is uit te komen op een nul emissie, de zogenaamde minimalisatieverplichting. De minimalisatieverplichting geldt voor alle stoffen die kunnen vrijkomen naar de lucht en die behoren tot de categorie 'Zeer Zorgwekkende Stoffen'. Bij bedrijfsactiviteiten zal het niet altijd technisch of economisch haalbaar zijn om een nulemissie te bereiken. Mens en milieu worden blootgesteld aan verschillende ZZS. De combinatie van stoffen zou schade kunnen geven, zelfs wanneer de concentraties van de afzonderlijke stoffen beneden het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) liggen. De minimalisatieplicht is een instrument om actief te streven naar het vermijden en/of minimaliseren van emissies van ZZS.  +
De hoeveelheid energie die wordt verbruikt, wordt ook zelf (op of met behulp van eigen assets/eigendommen) opgewekt.  +
De omschakeling van het gebruik van fossiele brandstoffen (olie, aardgas, steenkolen) naar duurzame energie.  +
Een architectuur van een organisatie als geheel.  +
Erosie is de schurende werking van water, wind en ijs op het aardoppervlak. Door deze krachten wordt de grond afgeslepen. Wanneer deze krachten jarenlang hun werk doen, verandert het aardoppervlak. Dit duurt vaak wel duizenden jaren.  +
Dieren en planten die door menselijk toedoen en dus niet van nature in ons land voorkomen.  +
https://docs.geostandaarden.nl/mim/mim/#externe-schema-s-her-gebruiken  +
f
Peilbeheer, waarbij het waterpeil zich beweegt tussen vastgestelde boven- en ondergrenzen en afhankelijk is van de weersomstandigheden.  +
De installatie zorgt ervoor dat het gezuiverde rioolwater fors minder fosfaat bevat.  +
Slim zoeken op het internet door gebruik te maken van bijzondere tekens in de zoekvraag.  +
Plankton dat energie kan opwekken met behulp van zonlicht. Plankton is een verzamelnaam voor organismen die voornamelijk zwevend in het water leven, zoals bacteriën of algen.  +
g
natuurlijke getallen en negatieve gehele getallen. <br/> ..., -3, -2, -1, 0, 1, 2, 3, ...  +
Het planmatig verwerven van grond  +
De grondwatermeter laat boven de grond zien hoe diep het grondwater onder je voeten zit. Op deze meter direct zien hoe diep het grondwater nu is.  +
Grondwater uit de grond halen.  +
Grondwater zuiveren door het uit de grond te halen en verontreiniging te verwijderen.  +
h
Situatie waarbij verticale korrelspanningen in een zandlaag wegvallen onder invloed van een verticale grondwaterstroming.  +
Verplaatsbare constructie waarmee d.m.v. een valblok, explosieblok of pulsen funderingspalen van hout of beton in de grond worden geslagen of in de grond worden vervaardigd. Een heipaal wordt de grond ingedreven door een zwaar heiblok boven op de paal te laten slaan. Dit kan op verschillende manieren: <br/> * zwaartekracht: het heiblok wordt met een lier opgehesen langs een geleiding, en valt daarna in vrije val naar de paalkop. <br/> * een heiblok, aangedreven door stoom (verouderd) <br/> * een door perslucht aangedreven heiblok <br/> * een heiblok met een cilinderruimte, waarin dieselolie tot explosie wordt gebracht <br/> * een hydraulisch aangedreven heiblok <br/> Het heien wordt in een vast ritme herhaald, totdat de voet van de heipaal de vooraf bepaalde diepte heeft bereikt.  +
Een rechtgetrokken waterloop weer opnieuw laten kronkelen.  +
Met het wad of de wadden wordt meestal het waddengebied bedoeld dat langs Nederland, Duitsland en Denemarken loopt.  +
Een geheel met vloeistof gevulde pijp of slang waarvan het ene einde lager gehouden wordt dan de andere, waardoor vloeistof van de laatste mond naar de eerste stroomt.  +
Belangrijke watergang (sloot, kanaal etc.) die dient voor de water aan- en afvoer.  +
Hoog salderende gewassen zijn wortel- of rooigewassen, die veel van de grond vragen (aan voeding, water, gewasbescherming, etc.) en waarvan de teelt ook een aanslag is op de structuur en het organische stofgehalte van de grond Hoog salderende gewassen hebben een hoge kostprijs.  +
Alliantie van Rijk en waterschappen, waarin wordt samengewerkt aan versterking van de dijken, met als richtjaar 2050.  +
i
Een Individuele Behandeling van Afvalwater, kortweg IBA, is een systeem dat het huishoudelijk afvalwater van één huisgezin zuivert.  +
Een droge greppel die bij hevige regenbuien overtollig (straat)water kan vasthouden en bergen. (bron: Park21)  +
Water in de grond brengen om het er later weer uit te halen, bijvoorbeeld om te gebruiken in de tuinbouw.  +
Een architectuur van de applicatie-gerelateerde aspecten.  +
Elementen in het landschap die mensen hebben aangelegd.  +
Overgang van het horizontale maaiveld naar de schuine oeverhelling.  +
Breder kijken dan één specifieke taak, belang of opgave. Oog hebben voor verbindingen en koppelkansen en die, waar mogelijk en nodig, benutten.  +
Het met opzet onder water zetten van land met als doel de opmars van de vijand te verhinderen of te vertragen of wateroverlast in een ander (bewoond) gebied te voorkomen.  +
Ongewenste waterplanten die van nature niet in ons land voorkomen en schade toebrengen.  +
natuurlijke getallen, gehele getallen, rationele getallen en getallen die niet stoppen achter de komma, zoals pi.  +
k
Het sterker maken van een kade.  +
Een kathodische bescherming zorgt ervoor dat metaal (onder water) niet gaat roesten. Door een lage elektrische spanning op het metaal te zetten gaat het metaal niet reageren met zuurstof en daardoor niet oxideren. Het object wat de elektrische spanning ontvangt wordt een kathode genoemd.  +
Het geheel van wat iemand weet.  +
De zone tussen de beide insteken van een primaire watergang.  +
Door het bestuur van het waterschap vastgestelde verordening met gebods- en verbodsbepalingen voor het beheer, gebruik en onderhoud van waterkeringen, watergangen en waterstaatswerken die in beheer zijn bij het waterschap, waaraan iedereen moet houden. Onder de Omgevingswet verandert de Keur in de waterschapsverordening.  +
Het gebied zodanig inrichten dat de effecten van de klimaatverandering opgevangen kunnen worden.  +
Bouwwerk voor infrastructuur, zoals wegen, waterwegen, spoorbanen, waterkeringen en leidingen.  +
Grondwater dat omhoog komt door hogere druk in de grond.  +
Grondwater dat onder druk aan de oppervlakte uit de bodem komt.  +
l
Verzameling kaarten waarin voor elke watergang, kade en dijk is vastgelegd wie er onderhoudsplichtig is: het waterschap of bijvoorbeeld een particulier? En wat de afmetingen moeten zijn.  +
Buis of kabel bestemd voor de voortgeleiding van energie of materie.  +
m
Kleinere, zonder loep of microscoop zichtbare dieren die in het water leven.  +
Grotere waterplanten (geen algen of wieren) in het water en op de oever.  +
Kleine deeltjes plastic die in het milieu terechtkomen. De deeltjes kunnen microscopisch klein zijn, of enkele millimeters groot.  +
Het milieu is het geheel van voorwaarden en invloeden van de omgeving, waardoor het leven voor een organisme daar al dan niet mogelijk is.  +
De verplichting om een milieueffectrapport op te laten stellen. Milieueffectrapportage is verplicht bij de voorbereiding van plannen en besluiten van de overheid die kunnen leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu.  +
Een model is typisch een diagram, maar ook een tekst kan worden gezien als een model als het beoogt een weergave te zijn van de werkelijkheid. (bron: ArchiXL)  +
Er wordt hier gedoeld op dingen onderdeel zijn van een conceptueel model, datamodel, een architectuur of een ontwerp.  +
Muskusratten worden door waterschappen bestreden omdat ze met hun gegraaf schade toebrengen aan dijken en kades. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties.  +
n
Een deeltje met een zeer kleine afmeting, tussen 1 en 100 nanometer.  +
0,1,2,3,4,5, etc...  +
Oever waarbij de overgang van land naar water op natuurlijke wijze is ingericht. Dit in tegenstelling tot oevers waar met een harde (houten of ijzeren) beschoeiing wordt gewerkt.  +
Notariële akten zijn geschriften waarin overeenkomsten en verklaringen juridisch worden vastgelegd. Een aantal overeenkomsten moet verplicht in een notariële akte worden opgenomen. Pas dan zijn ze geldig.  +
Nutriënten is de verzamelnaam voor de stoffen die voor planten als voedsel dienen. In de praktijk worden vooral fosfaat en stikstof bedoeld.  +
o
Grens tussen water en land.  +
Toestemming om bepaalde activiteiten uit te voeren in je leefomgeving.  +
De persoon of instelling die verantwoordelijk is voor het onderhoud van een object.  +
Perceel zonder bouwwerken.  +
Een oppervlaktewatergemaal pompt water naar een hoger niveau.  +
Samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, flora en fauna, evenals de bijbehorende bodem en oevergebieden.  +
Een stijging van het waterpeil als gevolg van de wind.  +
Materiaal waaruit organismen zijn opgebouwd en door micro-organismen kan worden afgebroken.  +
Een overnamepunt is het punt waar het rioolwater van gemeenten of bedrijven overgaat in het stelsel van het waterschap. Over dit overnamepunt worden afspraken gemaakt.  +
p
Afwijking van de waterhoogte waar het waterschap naar streeft.  +
Regelen van het waterpeil van het oppervlaktewater door middel van stuwen, sluizen en gemalen en door inlaat en afvoer.  +
Besluit van een waterschap over de hoogte van het oppervlaktewater.  +
Drainagesysteem waarbij de ontwateringsdiepte instelbaar is.  +
NAP-punt aangebracht in een gebouw of kunstwerkkunstwerk en verzekerd door een bout of peilmerksteen. Bron CHEOBS  +
Bij zichzelf herhalende bewegingen de tijdsduur van één herhaling.  +
Het verschijnsel dat door of onder een dijk water stroomt als gevolg van een groot waterstandsverschil.  +
Een zelfrijdend beregeningssysteem.  +
Een populatie is een groep organismen van dezelfde soort die samen een voortplantingsgemeenschap vormen (in hetzelfde gebied leven). De organismen van deze soort zijn niet in tijd of plaats van elkaar gescheiden. Je hoort tot dezelfde populatie als je ook daadwerkelijk samen kunt voortplanten. (bron: BioJuf)  +
Een dijk die het gebied beschermt tegen het buitenwater (de zee).  +
Stoffen die vanuit het oogpunt van milieubeheer reden zijn voor zeer ernstige zorg.  +
Ruimte die we vrijhouden naast, boven en onder een waterstaatswerk, zodat we dat in de toekomst kunnen verbeteren als dat nodig is  +
r
Dit is schadelijke software, of malware, die computers en bestanden gijzelt. Vandaar de Nederlandse naam 'gijzelsoftware'. Criminelen blokkeren of versleutelen je computers, bestanden, of soms zelfs hele netwerken, en geven die pas weer vrij als je losgeld betaalt.  +
natuurlijke getallen & gehele getallen & komma getallen bijv. 1,23, 6/8, -7/28  +
Het regiem is de fluctuatie van het debiet door het jaar heen, oftewel de schommeling van de waterafvoer door een rivier. Het regiem wordt sterk bepaald door de klimaatomstandigheden langs de rivierloop. <br/> <br/> Het klimaat bepaalt het regiem door middel van: * Wisseling in neerslag per seizoen * In het geval van een gletsjerrivier, temperatuurswisseling die zorgt voor smeltwater vanuit gletsjers * Temperatuurswisseling die zorgt voor een verandering in de mate van verdamping <br/> <br/> Ook de mens kan invloed uitoefenen op het regiem. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van stuwdammen. Hiermee kan het water in de regenperiode worden vastgehouden in een bassin, om vervolgens tijdens een droge periode de dam open te zetten en het benedenstroomse gebied van water te voorzien. Daarnaast kunnen mensen het debiet en regiem veranderen door vegetatie te verwijderen (ontbossing). Vegetatie dempt het water en creëert een soort vertragingstijd in de afvoer.  +
Dijk of kade die een gebied beschermt tegen overstroming vanuit regionale wateren (bijvoorbeeld Westerwoldse Aa).  +
Een rioolgemaal wordt gebruikt in een rioolstelsel om afvalwater naar een hoger peil te brengen of over langere afstand te transporteren.  +
Een kunstwerk waarmee overtollig rioolwater bij hevige neerslag vanuit de riolering wordt geloosd op het oppervlaktewater.  +
Installatie waar afvalwater, dat via het riool en persleidingen wordt aangevoerd, wordt gezuiverd voordat het op het oppervlaktewater wordt geloosd.  +
Bron: Kaderrichtlijn water.  +
s
Vaak de geldsom waarmee de schade wordt vergoed  +
Periodieke controle door de waterbeheerder op het nakomen van de onderhoudsverplichtingen van watergangen en waterkeringen.  +
Een wetenschap die zich bezighoudt met de betekenis van symbolen.  +
Singlebeam echolood werkt door geluidsgolven naar de bodem te zenden. Met het verschil tussen zenden en ontvangen van het signaal wordt de waterdiepte bepaald. De locatie van de gemeten bodemdiepte wordt vastgelegd met een RTK (Real Time Kinematic) GPS-meettoestel. Tijdens de singlebeam metingen wordt met een vaartuig over de onderzoekslocatie gevaren. Hiermee kan de bodemligging van de gevaren lijnen in kaart worden gebracht. De singlebeam wordt vaak gebruikt in combinatie met een lichte boot zodat we overal en snel kunnen komen. Een ander voordeel is dat ook op ondiepe locaties van circa 60 cm gemeten kan worden.  +
Bij wegen: dunne laag vloeibitumen of bitumenemulsie die wordt aangebracht op een asfaltbetonbekleding om de bekleding te conserveren, afgestrooid met steenslag of grind om het aanzicht te verbeteren. (Bron: Aquo)  +
Dit is een vorm van oplichting via e-mail of andere elektronische communicatie die specifiek is gericht op een individu, organisatie of bedrijf. Vaak met inhoud die is toegesneden op het slachtoffer of de slachtoffers.  +
Springtij treed op als de zon, maan en aarde in een lijn staan.  +
Gedeelte van de kust tussen laagwaterlijn en duinen.  +
t
Schuine zijkant van bijvoorbeeld een dijk of sloot.  +
Overige watergang, niet zijnde primaire of secundaire watergang. Deze worden onderscheiden in scheisloten, binnensloten en overige sloten.  +
Voorziening om boten uit of in het water te helpen.  +
Een trilplaat is de gemotoriseerde uitvoering van een wals . U gebruikt hem om ondergronden te egaliseren of aan te trillen.  +
u
Opening waar water uit stroomt.  +
Uitstroom van afvalwater naar oppervlaktewater  +
v
Bodeminklinking doordat veen wordt blootgesteld aan zuurstof als gevolg van ontwatering.  +
Geheel aan planten die in een bepaalde omgeving voorkomen.  +
Bijna elk jaar treedt in Nederland in de zomer een periode van droogte op. Er verdampt meer water dan er neerslag valt, en de aanvoer van water door Rijn en Maas neemt af. Dit kan tot problemen leiden, bijvoorbeeld te lage grondwaterstanden, droogval van beken op de hoge gronden, verslechterende waterkwaliteit of hinder voor de scheepvaart. Als de situatie verergert kunnen watertekorten ontstaan. Dit maakt dat er besluiten nodig zijn over prioritering bij het verdelen van schaars water.  +
Door sterke ontwatering droger worden van de bovengrond, maar ook verandering van de grondwaterkwaliteit in gebieden met grondwater-afhankelijke plantensoorten.  +
Het verval is dus het verschil in waterhoogte tussen twee knooppunten van een vak op een bepaald tijdstip. Het verhang in de bodemhoogte kan berekend worden uit de bodemhoogten van de betrokken knooppunten. Deze bodemhoogten zijn per knooppunt vastgelegd. (bron: Verklarende Hydrologische Woordenlijst, CHO, "Rapporten en nota's" nr.16, 's-Gravenhage, 1986 (aangepast) / Aquo / DIV) Het verhang is het relatieve hoogteverschil van een watergang, uitgedrukt in m/km (meter per kilometer, derhalve een promillage). De verhanglijn is het verhang uitgezet in functie van de lengte van de rivier. Bij een groot verhang snijdt een rivier zich in het landschap in. Als het verhang gering is, gaat een rivier kronkelen of meanderen, waardoor het verhang meestal nog kleiner wordt. De formule voor verhang is I = h/l waarbij I staat voor verhang, h voor het hoogteverschil (hetzelfde als verval) in meter en l voor de lengte in kilometer. (bron: Wikipedia)  +
De wegverharding of het wegdek is de wijze waarop een weg is verhard. Sommige wegen worden sinds de Romeinse tijd voorzien van een wegverharding. Wegverharding dient om de weg goed begaanbaar te houden, met name voor voertuigen: in het natte seizoen kunnen onverharde wegen onbegaanbaar worden. Voor een goede draagkracht wordt, zo nodig voorafgegaan door grondverbetering, vaak een draagkrachtige funderingslaag op de aardebaan aangebracht.  +
Loost u uw huishoudelijk- of bedrijfsafvalwater direct op het oppervlaktewater? Dan betaalt u verontreinigingsheffing. Voert u uw huishoudelijk- of bedrijfsafvalwater via het riool? Dan betaalt u geen verontreinigingsheffing, maar zuiveringsheffing.  +
Verschil in waterhoogte tussen twee punten van bijvoorbeeld een rivier of kanaal.  +
De eenheid waarin de vervuiling van afvalwater wordt gemeten en waarmee de zuiveringsheffing en de verontreinigingsheffing wordt vastgesteld.  +
Het niet stevig of zacht worden.  +
(bron: Aquo) <br/> <br/> Het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van de werking van het weer en de werking van planten. (bron: DIV) <br/> <br/> Verwering van gesteente is het natuurlijke proces waarbij dit materiaal verandert als gevolg van invloeden van weer, klimaat, zogeheten exogene krachten, en onder invloed van de bodembiologie. Het gesteente breekt in stukken (mechanische verwering) , lost op in water, of verandert anderszins (chemische verwering). Het verschil met erosie is dat bij verwering het gesteente niet verplaatst wordt maar slechts afgebroken. Verwering kan op drie manieren plaatsvinden: chemische, fysische en organogene (door organismen) verwering. Een bijzondere manier van verwering vindt plaats in de ruimte op hemellichamen zonder dampkring, onder invloed van kosmische straling en inslagen van meteorieten; dit wordt ruimteverwering genoemd. <br/> Chemische verwering <br/> Een plakje (door midden gezaagd) dolomiet, het onderste en bovenste deel zijn chemisch verweerd, het middendeel niet. Bij chemische verwering worden de mineralen in een gesteente afgebroken door chemische reacties. De meest voorkomende gesteentevormende mineralen, de silicaten, worden vooral afgebroken door hydrolysereacties, die plaatsvinden wanneer het gesteente in aanraking met water komt. Mineralen die veel magnesium of ijzer in hun kristalrooster hebben, zoals olivijn, pyroxeen en hornblende, zijn ook gevoelig voor oxidatie, waarbij oxides zoals roest (in feite de mineralen hematiet en limoniet) worden gevormd. Ook hier gaat de verwering een stuk sneller als er water aanwezig is. Hoe sterk een mineraal gevoelig is voor chemische verwering hangt af van hoe stabiel het is aan het oppervlak. Mineralen die op grotere diepte gevormd worden, zullen bovengronds minder stabiel zijn (ze zijn verder verwijderd van de omstandigheden waarbij ze zijn gevormd) en dus sneller verweren. Daarom kan de Bowenreactiereeks gebruikt worden om te zien welk mineraal het gevoeligst is voor chemische verwering: olivijn verweert snel, kwarts is stabiel. Hoe mafischer een mineraal is, des te gevoeliger het is voor chemische verwering. Het uit pure silica bestaande mineraal kwarts is goed bestand tegen verwering. Andere belangrijke gesteentevormende mineralen als veldspaat of mica vallen sneller ten prooi aan chemische verwering, waarbij ze worden omgezet naar kleimineralen. <br/> Fysische verwering <br/> Bij fysische verwering of mechanische verwering wordt het gesteente opgebroken, maar de mineraalsamenstelling van de losse stukken blijft gelijk aan die van het gesteente. Manieren van mechanische verwering: <br/> * Door vorstverwering, het uitzetten en weer inkrimpen van water bij temperatuurverschillen, vooral bij stollen en weer smelten, kunnen kleine breuken in het gesteente steeds groter worden, totdat het gesteente in stukken breekt. * Door het afnemen van de druk doordat materiaal boven op het gesteente erodeert, kan het op gaan breken. * Door grote warmteverschillen zullen gesteentes uitzetten en weer inkrimpen. In een woestijn, waar het verschil tussen dag en nacht temperatuur groot is, is dit het meest voorkomende verweringsproces. * Door de druk van plantenwortels die met hun groei de steen opendrukken. "Biologische verwering", zoals dit heet, wordt soms apart onderscheiden. * Door zoutdrukverwering <br/> Doordat veel kleine brokken steen samen een groter oppervlak hebben dan een groot stuk, zal door mechanische verwering chemische verwering gemakkelijker worden. Meer oppervlak betekent meer contactvlakken waar chemische reacties plaats kunnen vinden. Organogene verwering <br/> Organogene verwering, ofwel biologische verwering is het gevolg van de werking van planten en dieren. Voorbeelden zijn : * plantenwortels die gesteenten uit elkaar drukken * bacteriën en andere lithobionten die inwerken op de chemische samenstelling van gesteente. Invloed van klimaat <br/> Zoals gezegd is voor chemische verwering veel water nodig. Chemische verwering zal dan ook het dominante verweringsproces in natte klimaten zijn, terwijl mechanische verwering in droge klimaten dominant is. Tijdens een ijstijd heeft Fysische verwering de overhand, vanwege de algemeen lage temperaturen en grote warm/koud verschillen. Doordat chemische verwering sommige mineralen sneller afbreekt dan andere, zal zand in een nat klimaat meestal alleen kwarts bevatten, terwijl in een droog klimaat ook K-veldspaat in het zand zit. (bron: Wikipedia) <br/> <br/> Het aardoppervlak verandert niet alleen door erosie. Ook verwering speelt hierin een rol. Het verschil tussen erosie en verwering is dat bij erosie de grond verplaatst wordt, terwijl bij verwering de grond wel in stukjes breekt (mechanische verwering) of chemisch verandert (chemische verwering) maar op dezelfde plaats blijft. Wel is het zo dat verweerde grond vaak makkelijker erodeert. De bron van verwering ligt vooral in de invloeden van het weer en klimaat. Door temperatuurverschillen zet materiaal uit en krimpt het weer in. Zo kunnen er scheuren in stenen ontstaan. Ook kunnen door de aanraking met water, chemische reacties ontstaan in gesteentes. Denk bijvoorbeeld ook aan metaal dat kan roesten als het in aanraking komt met water. (bron: www.mrchadd.nl/academy) <br/>  
Toename van het zoutgehalte van polderwater en gronden door zoute kwel en schutwater vanuit zee.  +
Het vrij bewegen van vissen van het ene naar het andere leefgebied  +
Ondiepe plaats in een rivier of beek waar het mogelijk is om over te steken zonder een brug te gebruiken. Het kan ook worden aangeduid als een doorwaadbare plaats.  +
Een voorhaven is een haven die voor de eigenlijke haven ligt, of voor een kanaal, of een sluis.  +
w
De plaats, het moment dat er een "getijloospunt" zich voordoet. (bron: https://edepot.wur.nl/182288, verklarende Hydrologische woordenlijst / Aquo / DIV) <br/> <br/> Het wantij is de plaats, gelegen tussen een eiland en de kust, waar tijdens vloed de beide getijstromen samenkomen die zich via de zeegaten aan weerszijden van het eiland naar het gebied tussen eiland en kust bewegen. Op het wantij is wel sprake van eb en vloed maar nauwelijks van stroming. In gebieden met een zachte bodem, zoals in de Waddenzee, bezinkt daarom op deze plek het meeste slib, met als gevolg dat het wantij vaak een ondiepe zone is. Het wantij is bijna nooit één plek maar vrijwel altijd een lijn tussen kust en eiland. Voor vaartochten die over het water tussen eiland en kust voeren, is het wantij vaak een barrière; voor wadlopen daarentegen is het een richtlijn: de wadlooproute ligt doorgaans over of vlak bij het wantij. Bij de enige eilanden die in Nederland, sinds de aanleg van de Deltawerken, nog een wantij hebben, de Waddeneilanden, ligt het wantij niet midden achter het eiland, maar naar het oosten verschoven. Dit komt doordat het tijdstip van opkomend water langs de Nederlandse kust van west naar oost verloopt: het wordt in Den Helder eerder hoogwater dan in Delfzijl. Als gevolg daarvan komt de vloedstroom langs de westkant van een eiland eerder binnen dan die langs de oostkant en ontmoeten ze elkaar dus ook oostelijk van het midden. (bron: Wikipedia)  +
Bodem die zich onder het wateroppervlak (van kanaal, sloot etc.) bevindt.  +
De opslag van water tijdens natte periodes om in droge periodes de inlaat van gebiedsvreemd water te kunnen verminderen.  +
Afstand tussen waterspiegel en bodem.  +
Als water in aanraking komt met de aarde, heeft dat een schurende werking. Wanneer er jarenlang golven tegen een rots aankomen, neemt het water steeds hele kleine deeltjes rots weg. Hierdoor zijn rotsen vlakbij het zee-oppervlak wat dunner. Ook het water in rivieren heeft deze werking. Door de stroming neemt het water deeltjes van het aardoppervlak mee. Rivieren veranderen daarom ook nog wel eens van vorm. De deeltjes die de rivier meeneemt, worden ergens anders weer afgezet. Dat heet sedimentatie.  +
In het beheergebied van waterschap Hunze en Aa's ligt veel cultuurhistorisch watererfgoed. Soms in het eigendom van het waterschap, soms in eigendom van een stichting. Het gaat om technische en bouwkundige objecten die in het verleden onderdeel zijn geweest van het waterbeheer, zoals sluizen, gemalen en molens. Dit erfgoed is van maatschappelijke waarde. Het geeft de historie en het besef van ons waterbeheer weer.  +
Hoogte in het landschap die water kan tegenhouden. <br/>  +
Het gesloten stelsel van drinkwaterwinning, transport naar huishoudens, inzameling en transport van afvalwater via de riolering naar de zuiveringswerken en tenslotte lozing op het oppervlaktewater.  +
Overlast van water. Er is sprake van wateroverlast wanneer de schade zich beperkt tot materiele schade.  +
Waterschappen zijn net zoiets als provincies, maar dan voor waterbeheer. Nederland is verdeeld in meerdere waterschappen. Deze waterschappen hebben twee hoofdtaken: het waterpeil beheren, bijvoorbeeld door middel van dijken en sluizen, en het afvalwater zuiveren. Kortom, de waterschappen zorgen ervoor dat het land niet overstroomt en dat we schoon water hebben. Hiervoor betaalt iedereen de waterschapsheffingen.  +
bovenkant van het wateroppervlak  +
Oppervlaktewater, bergingsgebieden, waterkeringen of ondersteunende bouwwerken.  +
Het waterschap dekt met de opbrengst van deze belasting de kosten om wateroverlast, overstromingen en watertekort te voorkomen. Het geld van deze heffing wordt ook gebruikt om het water in sloten en (zwem)plassen schoon te houden.  +
De watertoets of het watertoetsproces is een proces dat wordt doorlopen bij ruimtelijke plannen die invloed hebben op het waterbeheer om er zeker van te zijn dat de waterbelangen worden gewaarborgd.  +
Bodemlaag die water kan doorlaten.  +
Ons drinkwater is een natuurproduct en is afkomstig uit waterwingebieden. Om drinkwater te produceren pompt het waterbedrijf grondwater uit deze waterwingebieden op, om het vervolgens te zuiveren. Het drinkwater dat bij u uit de kraan stroomt komt meestal uit een waterwingebied bij u uit de buurt.  +
Zone van 5 meter evenwijdig aan de insteek van de beide oevers van een hoofdwatergang.  +
De wind kan zand wegblazen. Dat zand schuurt vervolgens over het aardoppervlak. Je hebt zelf vast ook wel eens een windvlaag met zand in je gezicht gehad. Dan schuurt het zand over jou heen en dat geeft een prikkend gevoel. Wanneer dit dag in dag uit duizenden jaren lang gebeurt. Slijpen rotsen en bomen ook af.  +
Dit is een variant van ransomware die de bestanden niet versleutelt, maar verwijdert of permanent ontoegankelijk maakt.  +
z
Golven, ontstaan door de wrijving van de lucht over het water.  +
Duinenrij die grenst aan het strand.  +
Het systematisch en over een langere termijn toenemen van het zeespiegelniveau, o.a. veroorzaakt door de opwarming van de aarde.  +
Zoet water is eigenlijk gewoon water waarin (bijna) geen zout is opgelost. Dit komt voor bij meren, rivieren, plassen. Het ontstaat door regenval en andere neerslag (sneeuw, smeltwater)  +
De zeeen en oceanen bevatten zout water. Heel simpel eigenlijk omdat het zout in heel kleine beetjes wordt meegenomen vanuit het zoete water dat in zee uitstroomt. En omdat zout niet verdampt, blijft alles in zee achter.  +
Belasting zodat uw waterschap uw afvalwater kan schoonmaken. Uw geld gaat bijvoorbeeld naar het zuiveren van afvalwater in zuiveringsinstallaties van uw waterschap. <br/> <br/> De omvang van een huishouden bepaalt de hoogte van de zuiveringsheffing. Een 1-persoonshuishouden wordt aangeslagen voor 1 vervuilingseenheid (1 ve), een meerpersoonshuishouden voor 3 vervuilingseenheden (3 ve).  +