Eigenschap:Publieksvriendelijke toelichting

Kennismodel
:
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
B1 vriendelijke vertaling van de definitie (rdfs:comment)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


nl

100 pagina’s gebruiken deze eigenschap.
B
De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) is een digitale kaart van Nederland waarop gebouwen, wegen, waterlopen, terreinen en spoorlijnen eenduidig zijn vastgelegd. De kaart is op 20 centimeter nauwkeurig en bevat veel details, zoals je die in de werkelijkheid ook ziet. Denk aan bomen, wegen en gebouwen. Kortom: de inrichting van de fysieke omgeving.  +
D
Gestandaardiseerd datamodel van de waterschappen. * proces overstijgend (kerngegevens) * gegevensuitwisseling naar derden * wettelijke grondslag (Inspire, KRW etc)  +
Plan voor bescherming van onze kwetsbare delta. Zo kennen we bijvoorbeeld het Deltaplan Waterveiligheid, Deltaplan Zoet water en het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.  +
Een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten. Het Deltaplan versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen.  +
Nationaal plan met als doel Nederland nu en in de toekomst beschermen tegen overstromingen.  +
Jaarlijks wordt voor de verschillende Deltaplannen een Deltaprogramma geschreven met daarin de voortgang van de uitwerking en uitvoering van de betreffende Deltaplannen. Met als doel de waterveiligheid en zoetwatervoorziening op de lange termijn te borgen.  +
Een Distributed Denial of Service aanval, ook wel DDoS genoemd is een cyberaanval waarbij ontzettend veel verkeer naar computers, computernetwerken of servers worden verstuurd waardoor deze onbruikbaar worden voor de normale gebruiker.  +
E
Esfenvaleraat is een insecten dodend middel.  +
G
Het landbouwbeleid van de Europese Unie.  +
Geohydrologie is de wetenschap die het voorkomen en stromen van ondergronds water bestudeert.  +
K
Kader Richtlijn Water. Dit is het formele Europese beleidskader voor het waterkwaliteitsbeheer.  +
N
NEN3610 is het Basismodel Geo-informatie. Het model bevat termen, definities, relaties en algemene regels voor het uitwisselen van informatie over aan de aarde gerelateerde ruimtelijke objecten. (Ensie)  +
Een netwerk van beschermde natuurgebieden, dat door de lidstaten van de Europese Unie wordt opgezet. Het Natura-2000 netwerk dient ter bescherming van zowel de gebieden (natuurlijke habitats) als de flora en fauna op het Europese grondgebied van de lidstaten.  +
Een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het werd vroeger Ecologische Hoofdstructuur genoemd (EHS).  +
Goede afspraken over producten, diensten en werkwijzen zijn belangrijk. Is veiligheid in het geding, dan zijn ze zelfs van levensbelang. Zoals afspraken over speeltoestellen, woningen, ontruimingsplannen en cyber security. In Nederland is NEN al 100 jaar het centrum van normalisatie. NEN helpt bedrijven en andere partijen om onderling heldere en toepasbare afspraken te maken. NEN vertegenwoordigt ook Nederlandse bedrijven en partijen om samen met centra in andere landen afspraken te maken op Europees en zelfs internationaal niveau.  +
R
Recht van opstal is het recht om op andermans grond iets te bouwen. Normaal gesproken wordt alles dat op iemands grond staat automatisch eigendom van diegene. Zo is het huis dat je op je eigen grond bouwt automatisch je eigendom. Een recht van opstal voorkomt dat het huis dat je op andermans grond bouwt automatisch eigendom wordt van die ander.  +
W
Een verordening met regels voor waterkeringen, watergangen en grondwater binnen het beheergebied van een waterschap.  +
De Wet herverdeling wegenbeheer (WHV) van 29 oktober 1992 is een Nederlandse wet die per 1 januari 1993 de herverdeling van het wegenbeheer tussen het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen regelt.  +
a
Water van het ene naar het andere oppervlaktewater halen of laten stromen.  +
Laag die dient als afwerking van de bekledingsconstructie.  +
b
Verwijderen van sediment.  +
Ondiepte in een water.  +
Afdekking van de kern van een dijk, ter bescherming tegen golfslag en langsstromend water. Voorbeelden zijn grasbekleding en steenbekleding.  +
Belastingen zijn verplichte bijdragen van alle burgers of bedrijven in een land aan de overheid, zonder dat er een directe prestatie van de overheid tegenover staat.  +
Gewassen met water besproeien.  +
Parkeerplaats voor water. Gebied bestemd voor het (tijdelijk)) opslaan van water. Berging vindt plaats in oppervlaktewater of in daartoe bestemde gebieden.  +
Berm aan de landzijde van de dijk om te voorkomen dat de dijk verzwakt.  +
Sloten die liggen binnen één eigendom.  +
Schuine kant van de dijk aan de landzijde.  +
Wijken die liggen binnen één eigendom.  +
Onderzoek waarbij levende organismen, zoals larven, gecontroleerd worden blootgesteld aan bijvoorbeeld gezuiverd afvalwater om te kijken in welke mate het effect heeft op deze organismen.  +
Een verscheidenheid aan levende organismen in verschillende ecosystemen. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem.  +
Een gasmengsel (hoofdzakelijk methaan en koolstofdioxide) dat ontstaat als gevolg van biologische omzettingsprocessen. Een voorbeeld hiervan is de vergisting van zuiveringsslib.  +
Daling van het maaiveld ten opzichte van N.A.P. door gas- en zoutwinning, maar ook door zetting of klink van het bodemmateriaal door oxidatie (veen) en/of verdichting (klei). De grondsoort en de mate van ontwatering spelen hierin een voorname rol.  +
Het stelsel van wateren (meren, kanalen e.d.) dat tot voorlopige berging van het polderwater dient, voordat het op zee geloosd kan worden. Het water in de boezem kan door sluizen met of zonder bemalingswerktuigen (gemaal) op het buitenwater worden geloosd.  +
Dijk, kade of waterkering die een polder scheidt van de boezem.  +
Een voedselvergiftiging bij mensen en dieren, die wordt veroorzaakt door het eten van voedsel waarin een bacterie botulinumtoxine heeft gevormd. Vooral watervogels en vissen hebben hier in de warme zomermaanden last van.  +
Constructie van hout, steen of ander materiaal, inclusief de installaties die daarbij horen.  +
Deel van een beek of rivier, van de oorsprong (de bron) tot de plek waar kleine beken samenstromen tot een grotere beek of rivier.  +
In het voorjaar houden we zoveel mogelijk water vast. We zetten stuwen omhoog, zodat het water niet wegstroomt. Water vasthouden zorgt ervoor dat het kan infiltreren in de bodem. Dit is goed voor de grondwaterstand. Deze zakt dan niet te ver uit, waardoor er minder water aangevoerd hoeft te worden.  +
De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn. Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera. Dit bepaalt de grootte van je beeldhoek én hoe ver je in kunt zoomen. De brandpuntsafstand wordt altijd in millimeters aangeduid.  +
Natuursteen in onregelmatige brokken, zoals deze uit de groeven losgehakt of door ontploffing gebroken worden.  +
Grondwater pompen uit de grond of uit bouwputten.  +
Een strook grond (bufferstrook) tussen een landbouwperceel en het daarnaast gelegen oppervlaktewater om het water te beschermen tegen meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Te onderscheiden zijn droge en natte bufferstroken. Bij natte bufferstroken zijn de stroken land verlaagd tot aan of net onder de waterlijn of als flauw aflopend talud tot in het water. Droge bufferstroken liggen doorgaans op gelijke hoogte van het maaiveld van het landbouwperceel. De bufferstroken mogen niet worden bemest of behandeld met gewasbeschermingsmiddelen. Als naast alleen de functie emissiebeperking ook aandacht is voor ontwikkeling van natuur, landschap en ecologie wordt de natte bufferstrook ook wel natuurvriendelijke oever genoemd. Bij droge bufferstroken wordt dan gesproken over akkerrandenbeheer. Droge en natte bufferstroken worden gehouden op vrijwillige basis al dan niet als een groenblauwe dienst als aanvulling op de wettelijke teelt- en spuit vrije zones.  +
Aan de zee- of rivierkant van de dijk liggend.   +
Aan de zee-, meer- of aan de rivierkant van de dijk liggend gebied.   +
Schuine kant van de dijk aan de waterzijde  +
Water in de onmiddelijke gemeenschap met de zee.   +
Een bunkerstation is een tankstation voor de binnenvaart. Een bij een bunkerstation behorend vrij varend schip, dat al varende schepen bevoorraadt waardoor er geen tijdverlies door het bunkeren optreedt, wordt in de accijnswetgeving een leurschip genoemd. In de praktijk heeft men het over de bunkerboot. Bij de meeste bunkerstations horen één of soms meerdere bunkerboten.  +
c
Wasstraat waar een agrariër zijn landbouwvoertuigen en overige toebehoren schoon maakt.  +
Met Common Ground willen overheden de informatievoorziening eenvoudiger, sneller en slimmer inrichten. In de kern gaat het bij Common Ground om een hervorming van de informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Zo koppelen we data los van werkprocessen en applicaties.  +
Doorgang in een dijk.  +
d
Een dam is een dwars door een water gelegen afsluiting, bedoeld om vissen te vangen, water te keren of te beheersen ten behoeve van bijvoorbeeld inpoldering, energieopwekking voor met name de mijnindustrie, of wegenaanleg. Natuurlijke dammen worden gebouwd door bevers en stuwdammen door mensen.  +
Verticale platen naast elkaar in de grond om grond of water tegen te houden.  +
Zeedeining of gewoon deining, is een door wind gegenereerd golfpatroon aan het wateroppervlak van de zee of oceaan. In tegenstelling tot zeegang wordt het niet langer gevoed door wind. Hoe verder van de oorsprong waar de deining als zeegang ontstaan is hoe langer de periode en de golflengte, en hoe langer en rechter de golfkammen worden, terwijl de golfhoogte langzaam afneemt. Voor zeedeining is er een schaal, die lijkt op de schaal van Schaal van Beaufort.  +
Laaggelegen land met veel water. Het is een stelsel van aftakkingen van een watersysteem, voordat deze in zee uitmondt.  +
(Bron: NEN 2767-4)  +
Ding, voorwerp, zaak.  +
Bij een waterdoorlatende verharding kan het water door de poreuze stenen van de bestrating infiltreren in de ondergrond. Een variant hiervan is verharding door grind of houtspaanders en dennenschors.  +
Combinatie van breedte en diepte van kanaal, rivier of sloot onder de waterspiegel.  +
Waterafvoer om grondwaterstand te verlagen of te verhogen.  +
Leidingwater, bestemd of mede bestemd om te drinken.  +
De Waterwet beschrijft alleen dat een deel van een oppervlaktewaterlichaam kan worden aangewezen als droger oevergebied. Er wordt geen definitie gegeven van de onderscheidende kenmerken of eigenschappen. Zoals Helpdesk Water het stelt: Drogere oevergebieden worden tot de landbodem gerekend en daarop is de Wet bodembescherming van toepassing. Drogere oevergebieden behoren echter wel tot het waterstaatswerk, zodat onder meer de gedoogplichten van hoofdstuk 5 van de Waterwet daar ook van toepassing zijn. Drogere oevergebieden bestaan alleen voor zover ze uitdrukkelijk zijn aangewezen in de Waterregeling (rijkswateren) of een provinciale verordening (regionale wateren). De meest omvangrijke drogere oevergebieden bevinden zich in het rivierbed van de rijksrivieren. De rijksrivieren worden volgens artikel 3.1 lid 2 Waterwet begrensd door de buitenkruinlijn van de primaire waterkeringen, of door hoogwaterkerende gronden. De lijn van hoogwaterkerende gronden langs de onbedijkte rivieren omvat het gebied dat eenmaal per 1250 jaar onder water staat. Dit is een veel groter gebied dan het gebied dat van oudsher onder het waterkwaliteitsbeheer van het Rijk valt. De gebieden waar het Rijk geen waterkwaliteitsbeheer voert, maar die wel binnen de lijn van hoogwaterkerende gronden vallen, zijn op de kaartbijlagen bij de Waterregeling aangewezen als drogere oevergebieden. Drogere oevergebieden zijn ook te vinden op andere locaties, zoals in de uiterwaarden langs de bedijkte rivieren, langs het IJsselmeer en in regionale oppervlaktewaterlichamen. In drogere oevergebieden gelden de regels van de Waterwet over het lozen niet, maar vanuit waterveiligheidsoptiek zijn in deze gebieden wel beheermaatregelen van kracht.  +
Toestel voor het verminderen van druk.  +
Een irrigatiemethode, waarbij water bij de planten wordt gedruppeld door een stelsel van leidingen, slangetjes en druppelaars.  +
Kokervormige constructie met meestal een vrije waterspiegel, die twee waterlopen met elkaar verbindt.   +
Onderste rand van het duin en overgang naar het strand.  +
e
De wisselwerking tussen alle organismen en de omgeving in een gebied.  +
Effluent is het uitstromen van water of gas naar een natuurlijk waterlichaam, vanuit een constructie zoals een rioolwaterzuiveringsinstallatie , rioolbuis , industriële afvalwaterzuiveringsinstallatie of industriële afvoer.  +
Het streven van de emissiebeperking is uit te komen op een nul emissie, de zogenaamde minimalisatieverplichting. De minimalisatieverplichting geldt voor alle stoffen die kunnen vrijkomen naar de lucht en die behoren tot de categorie 'Zeer Zorgwekkende Stoffen'. Bij bedrijfsactiviteiten zal het niet altijd technisch of economisch haalbaar zijn om een nulemissie te bereiken. Mens en milieu worden blootgesteld aan verschillende ZZS. De combinatie van stoffen zou schade kunnen geven, zelfs wanneer de concentraties van de afzonderlijke stoffen beneden het Maximaal Toelaatbaar Risiconiveau (MTR) liggen. De minimalisatieplicht is een instrument om actief te streven naar het vermijden en/of minimaliseren van emissies van ZZS.  +
De hoeveelheid energie die wordt verbruikt, wordt ook zelf (op of met behulp van eigen assets/eigendommen) opgewekt.  +
De omschakeling van het gebruik van fossiele brandstoffen (olie, aardgas, steenkolen) naar duurzame energie.  +
Een architectuur van een organisatie als geheel.  +
Erosie is de schurende werking van water, wind en ijs op het aardoppervlak. Door deze krachten wordt de grond afgeslepen. Wanneer deze krachten jarenlang hun werk doen, verandert het aardoppervlak. Dit duurt vaak wel duizenden jaren.  +
Dieren en planten die door menselijk toedoen en dus niet van nature in ons land voorkomen.  +
https://docs.geostandaarden.nl/mim/mim/#externe-schema-s-her-gebruiken  +
f
Peilbeheer, waarbij het waterpeil zich beweegt tussen vastgestelde boven- en ondergrenzen en afhankelijk is van de weersomstandigheden.  +
De installatie zorgt ervoor dat het gezuiverde rioolwater fors minder fosfaat bevat.  +
Slim zoeken op het internet door gebruik te maken van bijzondere tekens in de zoekvraag.  +
Plankton dat energie kan opwekken met behulp van zonlicht. Plankton is een verzamelnaam voor organismen die voornamelijk zwevend in het water leven, zoals bacteriën of algen.  +
g
natuurlijke getallen en negatieve gehele getallen. <br/> ..., -3, -2, -1, 0, 1, 2, 3, ...  +
Het planmatig verwerven van grond  +
De grondwatermeter laat boven de grond zien hoe diep het grondwater onder je voeten zit. Op deze meter direct zien hoe diep het grondwater nu is.  +
Grondwater uit de grond halen.  +
Grondwater zuiveren door het uit de grond te halen en verontreiniging te verwijderen.  +
h
Situatie waarbij verticale korrelspanningen in een zandlaag wegvallen onder invloed van een verticale grondwaterstroming.  +
Verplaatsbare constructie waarmee d.m.v. een valblok, explosieblok of pulsen funderingspalen van hout of beton in de grond worden geslagen of in de grond worden vervaardigd. Een heipaal wordt de grond ingedreven door een zwaar heiblok boven op de paal te laten slaan. Dit kan op verschillende manieren: <br/> * zwaartekracht: het heiblok wordt met een lier opgehesen langs een geleiding, en valt daarna in vrije val naar de paalkop. <br/> * een heiblok, aangedreven door stoom (verouderd) <br/> * een door perslucht aangedreven heiblok <br/> * een heiblok met een cilinderruimte, waarin dieselolie tot explosie wordt gebracht <br/> * een hydraulisch aangedreven heiblok <br/> Het heien wordt in een vast ritme herhaald, totdat de voet van de heipaal de vooraf bepaalde diepte heeft bereikt.  +
Een rechtgetrokken waterloop weer opnieuw laten kronkelen.  +
Met het wad of de wadden wordt meestal het waddengebied bedoeld dat langs Nederland, Duitsland en Denemarken loopt.  +
Een geheel met vloeistof gevulde pijp of slang waarvan het ene einde lager gehouden wordt dan de andere, waardoor vloeistof van de laatste mond naar de eerste stroomt.  +
Belangrijke watergang (sloot, kanaal etc.) die dient voor de water aan- en afvoer.  +
Hoog salderende gewassen zijn wortel- of rooigewassen, die veel van de grond vragen (aan voeding, water, gewasbescherming, etc.) en waarvan de teelt ook een aanslag is op de structuur en het organische stofgehalte van de grond Hoog salderende gewassen hebben een hoge kostprijs.  +
Alliantie van Rijk en waterschappen, waarin wordt samengewerkt aan versterking van de dijken, met als richtjaar 2050.  +
i
Een Individuele Behandeling van Afvalwater, kortweg IBA, is een systeem dat het huishoudelijk afvalwater van één huisgezin zuivert.  +
Een droge greppel die bij hevige regenbuien overtollig (straat)water kan vasthouden en bergen. (bron: Park21)  +
Water in de grond brengen om het er later weer uit te halen, bijvoorbeeld om te gebruiken in de tuinbouw.  +
Een architectuur van de applicatie-gerelateerde aspecten.  +
Elementen in het landschap die mensen hebben aangelegd.  +
Overgang van het horizontale maaiveld naar de schuine oeverhelling.  +
Breder kijken dan één specifieke taak, belang of opgave. Oog hebben voor verbindingen en koppelkansen en die, waar mogelijk en nodig, benutten.  +