- hydrosfeer
hydrosfeer
Eigenschappen
Voorkeurslabel | hydrosfeer |
---|---|
Definitie | De hydrosfeer is binnen de fysische geografie het geheel van water op, onder en boven het oppervlak van een planeet. Dit omvat dus alle oceanen, zeeën, rivieren, (pak)ijs, sneeuw en grondwater. Een sfeer in de wiskunde is het oppervlak van een bol. De hydrosfeer wordt beschreven door de hydrologie. |
Toelichting op definitie | De aardse hydrosfeer reikt tot in de hoogste lagen van de atmosfeer waar watermoleculen voorkomen, en blijft dus hoofdzakelijk beperkt tot de troposfeer. In de stratosfeer, vanaf circa 15 km hoogte, komt bijna geen water meer voor. |
Exacte overeenkomst | https://nl.wikipedia.org/wiki/Hydrosfeer |
Afbeelding van | ![]() De beweging van water rond, over en door de aarde wordt de watercyclus genoemd, een belangrijk onderdeel van de hydrosfeer. |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
hydrosfeer | Bron van |
|
hydrosfeer | Deel van |
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|
De hydrosfeer is binnen de fysische geografie het geheel van water op, onder en boven het oppervlak van een planeet. Dit omvat dus alle oceanen, zeeën, rivieren, (pak)ijs, sneeuw en grondwater. Een sfeer in de wiskunde is het oppervlak van een bol. De hydrosfeer wordt beschreven door de hydrologie.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Aardrijkskunde of geografie (Oudgrieks: γῆ, aarde en γράφειν, (be)schrijven) is een wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met het bestuderen van het aardoppervlak, het in kaart brengen van vormen van bijvoorbeeld cultuur, het plantenleven en de dierenwereld, gebruik van het milieu en verkeer en het beschrijven van het landschap overal op de wereld.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Een oppervlak in de driedimensionale meetkunde kan intuïtief worden gezien als een ruimtelijk object waarop men in twee onafhankelijke richtingen kan bewegen, zoals op een boloppervlak. Dit in tegenstelling tot een lijn, waar men slechts één bewegingsrichting heeft, namelijk langsheen de lijn zelf.
Een planeet is een hemellichaam dat zich om een ster beweegt.
Uitgestrekt oppervlak zout water dat het grootste deel van de aarde bedekt.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Vaste vorm van water die in de natuur gevormd wordt door: het bevriezen van water, het direct condenseren van atmosferische damp in kristallen, het samenpakken van sneeuw met of zonder de beweging van een gletsjer of impregnatie van poreuze sneeuwmassa's met water en het gevoegelijk bevriezen daarvan.
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen.
Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat.
De leer van het voorkomen, het gedrag en de chemische en fysische eigenschappen van water in al zijn verschijningsvormen op en beneden het aardoppervlak, uitgezonderd het water in de zeeën en oceanen.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een laag is in de lithostratigrafie een onderverdeling van een formatie en wordt door afzetting gevormd (geogenese).
De aardatmosfeer of dampkring is de atmosfeer om de aarde.
Onderste laag van de atmosfeer met een dikte van ca. 15 km., waarin de weersverschijnselen optreden.
De stratosfeer (van Latijn "stratum" (hier: laag), en Oudgrieks "σφαῖρα" (bol)) is de laag in de dampkring die zich bevindt tussen de troposfeer en de mesosfeer. De lagen worden gescheiden door respectievelijk de tropopauze en de stratopauze.
De hoogte van een geografische locatie (bijvoorbeeld een berg of plateau) wordt opgegeven in meters (of andere lengtemaat) ten opzichte van een referentieniveau: het nulvlak.
Een massa stilstaand landoppervlaktewater.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.
Een beweging is een verandering van plaats in de tijd. De plaats van een voorwerp wordt in de natuurkunde bepaald ten opzichte van een coördinatenstelsel. De instantane beweging van een star lichaam kan worden beschreven als een combinatie van een translatie en een rotatie.
De Aarde (soms de wereld of Terra genoemd) is vanaf de Zon gerekend de derde planeet van het zonnestelsel.
De waterkringloop, hydrologische cyclus of watercyclus is een biogeochemische kringloop en beschrijft alle processen waarbij water door het systeem Aarde circuleert. Hierbij verdampt oppervlaktewater, zoals zeewater. In de atmosfeer vormt deze damp wolken waaruit neerslag valt. Deze komt terug op aarde in waterwegen, of zakt weg als grondwater. Een groot deel verzamelt zich weer als oppervlaktewater.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.