- geheel zelfwerkende uitwateringssluis
geheel zelfwerkende uitwateringssluis
Eigenschappen
Voorkeurslabel | geheel zelfwerkende uitwateringssluis |
---|---|
Definitie | Uitwateringssluis die op basis van het verschil in waterpeil van de boezem en de zee automatisch opent en sluit. |
Synoniem | geheel zelfwerkende uitwateringssluizen, geheel zelfwerkende suatiesluis, geheel zelfwerkende suatiesluizen, zelfwerkende uitwateringssluizen, zelfwerkende suatiesluis, zelfwerkende suatiesluizen |
Toelichting op definitie | Een geheel zelfwerkende uitwateringssluis bevat 1 of meer deuren.
De werking van een heel zelfwerkende uitwateringssluis kan aan de hand van het figuur hieronder worden verklaard. Bij toestand A worden de deuren gesloten gehouden, doordat het buitenpeil (HW) hoer is dan het polderpeil (PP) van de boezem. Bij toestand B is het buitenwaterpeil gezakt tot het polderpeil. Zodra het buitenwaterpeil iets verder daalt, openen zich de deuren, doordat polderwater naar zee begint af te vloeien. Dit is in het begin van de sluisgang (de periode, waarin de deuren openstaan en de sluis sueert). Het buitenwater blijft zakken totdat toestand C is bereikt. Vervolgens komt het buitenwater weer op. Is de toestand D bereikt, dan sluiten de deuren zich. Dit gebeurt bij een peil, dat iets lager ligt dan het oorspronkelijke polderpeil. Immers, een deel van het polderwater/boezemwater is naar zee afgevoerd. De in dit figuur aangegeven getijkromme is de daling van het polderpeil aangegeven door de rechte lijn tussen B en D. Met het sluiten van de deuren eindigt de sluisgang. (bron: PBNA Waterbouwkunde 1998) |
Afbeelding van | |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
geheel zelfwerkende uitwateringssluis | Breder | |
geheel zelfwerkende uitwateringssluis | Bron van |
|
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Het gedeelte van het dijklichaam dat de ondergrond vormt voor een granulair filter of een geotextiel.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Het stelsel van gemeen liggende, met elkaar in open verbinding staande peilgebieden waarop het water onder vrijverval (zonder tussenkomst van een waterregulerend kunstwerk) of van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater (Waddenzee / Dollard).
Het stelsel van gemeen liggende, met elkaar in open verbinding staande waterlopen en meren waarop het water van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater.
Uitgestrekt oppervlak zout water dat het grootste deel van de aarde bedekt.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die tot doel heeft een aansluitende vaarweg of haven op diepte te houden, door het opwekken van een plotselinge krachtige waterstroming.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Een sluis die te teveel aan water op het binnenwater gereguleerd naar een lager gelegen buitenwater laat afvloeien (spuien) en buitenwater keert.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een massa stilstaand landoppervlaktewater.
Beweegbaar constructiedeel voor het voorzien in, en het blokkeren van een doorgang.
Geheel van omstandigheden of condities waarin een fysiek object, informatieobject of activiteit zich bevindt op een specifiek moment in de tijd.
Een aaneengesloten periode waarin waterdoorlaat door een sluis plaatsvindt.
Bepaalde tijdsduur.
Een kunstmatige, beweegbare waterkering die de verbinding tussen twee wateren kan afsluiten of openstellen en daartoe van deuren of schuiven is voorzien.
Het oppervlaktewater waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of Markermeer of bij een combinatie daarvan.
Het weer is de gesteldheid van de atmosfeer op een bepaald ogenblik. Dit in tegenstelling tot het klimaat, dat een gemiddelde is van de verschillende meteorologische metingen over een afgelopen periode van 30 jaar.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
(water in) een stelsel van gemeen liggende, met elkaar in openverbinding staande waterlopen en meren waarop het water van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater
Het hoogteverschil tussen getijhoogwater en het daarop volgende laagwater.
Deel van een hydrograaf waarin de afvoer afneemt vanaf de top.
Een lijn is een denkbeeldige streep op de aardoppervlakte.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Kennis van en leer omtrent het ontwerpen en aanleggen van werken die dienen om waterstromen of de zee binnen vooraf aangewezen grenzen te beperken of te leiden.
Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.