standpijp


Eigenschappen

Voorkeurslabelstandpijp
DefinitieEen standpijp is een opzetstuk dat geplaatst wordt op een ondergrondse brandkraan, om zo water aan het waterleidingnet te onttrekken
Synoniemstandpijpen
Toelichting op definitieOm te voorkomen dat er via de standpijp vuil in het drinkwaternet terug spoelt – het zogenoemde 'insluis-effect' – dient het plaatsen van de standpijp op hieronder beschreven

wijze te gebeuren.

Onderdelen van de standpijp
Een standpijp bestaat uit een onderstuk en een bovenstuk:

  • Het onderstuk is een buis met aan de onderzijde schroefdraad. Daarop zit een wartel met nokken

gedraaid. Onder aan de schroefdraad zit een kraag, waar een pakkingring op zit. De nokken van de wartel en de onderzijde van de buis passen exact in de bajonetsluiting van de ondergrondse brandkraan. Aan de bovenzijde van het onderstuk zit een pakkingbus. In deze pakkingbus zit het bovenstuk gemonteerd.

  • Op het bovenstuk zit een watermeter met afsluiter gemonteerd.
  • De opstelling wordt geleverd met een kraansleutel.

Het plaatsen van de standpijp:
1. Zorg ervoor dat de wartel in de laagste (onderste) stand is gedraaid zodat de nokken van de wartel in de klauwen van de brandkraan komen.
2. Controleer of de pakkingring aanwezig is. Indien dit niet het geval is, neem dan contact op met WML.
3. Verwijder het straatpotdeksel en het slibdeksel van de brandkraan. Controleer of de rand van de brandkraan schoon is, en reinig deze indien nodig door eventuele stenen en vuil te verwijderen.
4. Draai de afsluiter van de standpijp open.
5. Breng de nokken van de wartel in de klauwen van de brandkraan en draai het hele opzetstuk aan de handvatten naar rechts totdat de nokken vast opgesloten zitten in de klauwen. Het opzetstuk trekt zich als het ware tegen de brandkraanrand aan. Let op: alleen rechtsom draaien. Bij linksom draaien kan ongemerkt het hele opzetstuk draaien in plaats van alleen het bovenstuk, waardoor de standpijp los op de brandkraan komt te staan.
6. Draai de brandkraan langzaam helemaal open met behulp van de kraansleutel en spoel het geheel door tot het water helder is (zie tekening boven). Zo wordt voorkomen dat vuil dat zich in het huis van de brandkraan bevindt, terug spoelt in de waterleiding en het drinkwater vervuilt (insluiseffect).
7. Regel de waterhoeveelheid met de handkraan op de standpijp.
8. Sluit na gebruik de handkraan en daarna de brandkraan met behulp van de kraansleutel. Verwijder daarna de standpijp en plaats het slibdeksel en het straatdeksel terug.

9. Bij temperaturen beneden nul graden mag de standpijp niet gebruikt worden. Doordat het water dat in de standpijp blijft staan bevriest, raakt de standpijp onbruikbaar en vriest deze stuk. Indien ten behoeve van schaatsactiviteiten de standpijp wordt gebruikt voor het aanleggen van een ijsbaan, dient de standpijp onmiddellijk na gebruik afgekoppeld en op een vorstvrije plaats bewaard te worden. In geval van bevriezing zijn de kosten van de standpijp en de watermeter voor rekening van de huurder.
Exacte overeenkomsthttps://www.wml.nl/cms/assets/IManager/MediaLink/1/179/827/0/
Afbeelding vanwerking standpijp


standpijp

standpijp

Standpijp
StatusConcept

Relaties

VertrekpuntRelatieEindpunten
standpijpBreder
standpijpBron van
standpijpDeel van

Afgeleide relaties

VertrekpuntRelatieEindpunt
Rdf.jpg