- storingsafhankelijk onderhoud
storingsafhankelijk onderhoud
Eigenschappen
Voorkeurslabel | storingsafhankelijk onderhoud |
---|---|
Definitie | Onderhoudsvorm waarbij het onderhoud na het falen wordt uitgevoerd, omdat storing van het betreffende object(onderdeel) niet (direct) leidt tot functieverlies op infrastructuurniveau, of omdat de gevolgen daarvan zijn beperkt. |
Synoniem | storingsafhankelijke onderhoud, SOA |
Toelichting op definitie | De gevolgschade na falen is gering en de functionaliteit blijft bij uitval van het onderdeel in stand / het onderdeel wordt pas vervangen of gerepareerd als het defect is. (bron: Wegwijzer BOP, versie 1.1, 14 juni 1996 / DIV)
Dit is onderhoud dat wordt uitgevoerd, nadat een object(onderdeel) gefaald heeft. Het onderhoud wordt pas na het falen uitgevoerd, omdat storing van het betreffende object(onderdeel) niet (direct) leidt tot functie-verlies op infrastructuur-niveau, of de gevolgen daarvan zijn beperkt. (bron: DIV) |
Exacte overeenkomst | https://www.aquo.nl/index.php/Id-3d8a908c-a1f8-4c25-a5c8-48dcc705ccd0, https://nl.wikipedia.org/wiki/Onderhoud |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
storingsafhankelijk onderhoud | Breder | |
storingsafhankelijk onderhoud | Bron van |
|
storingsafhankelijk onderhoud | Lid van Aquo |
|
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|---|---|
gebruiksafhankelijk onderhoud (Begrip) | Gerelateerd | storingsafhankelijk onderhoud |
Onderhoudsvorm waarbij het onderhoud na het falen wordt uitgevoerd, omdat storing van het betreffende object(onderdeel) niet (direct) leidt tot functieverlies op infrastructuurniveau, of omdat de gevolgen daarvan zijn beperkt.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Maatregelen om de functionele kwaliteit in stand te houden of te herstellen en dus de levensduur van een (object)onderdeel te realiseren c.q. te verlengen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Een object is een materieel (tastbaar) iets, veelal bestaand uit vaste, levenloze materie.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
De grens (parameter + waarde) waarbij een onderdeel voor een bepaalde functie niet langer voldoet aan de eisen die noodzakelijk zijn om het bijbehorende object aan de functie-eisen te laten voldoen.
Onderhoudsvorm waarbij het onderhoud na het falen wordt uitgevoerd, omdat storing van het betreffende object(onderdeel) niet (direct) leidt tot functieverlies op infrastructuurniveau, of omdat de gevolgen daarvan zijn beperkt.
Onderhoudsvorm waarbij het onderhoud na het falen wordt uitgevoerd, omdat storing van het betreffende object(onderdeel) niet (direct) leidt tot functieverlies op infrastructuurniveau, of omdat de gevolgen daarvan zijn beperkt.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Schade die ontstaan is door het reageren op de gebeurtenis (hoogwater/-overstroming of iets dergelijk)
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Documentaire Informatievoorziening is het beheren, archiveren, registreren en beschikbaar stellen van documenten binnen een organisatie.
In de wiskunde drukt een functie een afhankelijkheid uit van één element van een ander. Meestal wordt het begrip gebruikt in de traditionele context waarin deze elementen getallen zijn.
De bestemming en daarmee het gewenste gebruik, met het oog op de daarbij betrokken belangen.
Wegen en vaarwegen, waaronder routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, en spoorwegen, havens, luchthavens, energie-infrastructuur, buisleidingen, openbare hemelwater- en ontwate-ringsstelsels en vuilwaterriolen, infrastructuur voor watervoorzienings-werken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet en andere vitale infrastructuur.
Vaste, weldoordachte werkwijze om een bepaald doel te bereiken (werkwijze, systeem).
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Falen van een installatie of constructie. Een installatie of constructie faalt als deze zijn hoofdfunctie niet meer of grotendeels niet meer vervult. Technisch falen kan leiden tot het falen van de veiligheid. De veiligheid van het object faalt als het niet gebruikt kan worden voor het veilig doorlaten van het soort verkeer waarvoor het is ontworpen.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel.
Een ingediende klacht of melding waarin mededeling wordt gedaan over een gebeurtenis of een omstandigheid met betrekking tot aangelegenheid die verband houdt met een bepaalde situatie of organisatie.
Uiting, het te kennen geven van ontevredenheid over iets.
Een systeem, als onderwerp van de systeemtheorie, wordt gezien als een geheel van elementen die elkaar wederzijds beïnvloeden en die een geïntegreerd geheel vormen.
Een uit meerdere onderdelen bestaand stelsel dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft.
Publiekrechtelijke instantie of (rechts) persoon die toeziet op de instandhouding o.a. van een waterstaatswerk.
Een laag is in de lithostratigrafie een onderverdeling van een formatie en wordt door afzetting gevormd (geogenese).
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Uniforme taal voor het uitwisselen van gegevens binnen de watersector.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.