- inlaag
inlaag
Eigenschappen
Voorkeurslabel | inlaag |
---|---|
Definitie | Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk. |
Synoniem | inlagen, inlaagpolder |
Toelichting op definitie | De gebieden zijn ontstaan door het afgraven van klei. Als de klei in deze gebieden is afgegraven om de binnendijk te versterken (en dus afkomstig uit polders) noemen we de gebieden karrevelden, als de afgegraven klei werd gebruikt voor de aanleg van de binnendijk, dan noemen we de gebieden inlagen. In sommige gevallen, bij lage ligging van het gebied is er sprake van zoute kwel (vooral op Schouwen en bij Scherpenisse) in andere gevallen is er sprake van brakke of zoete gebieden, vooral op Noord-Beveland. De gebieden zijn belangrijk voor vogels om te foerageren (voedsel zoeken) broeden en ‘overtijen’ (=wachten tot het weer eb is). (Bron: Delta wateren)
|
Exacte overeenkomst | https://aquo.begrippenxl.nl/aquo/nl/page/Id-164d8ef0-9f18-4902-946f-1c3aeefca592, https://nl.wikipedia.org/wiki/Inlaag |
Afbeelding van | Koudekerksche Inlaag. |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
inlaag | Breder | |
inlaag | Bron van |
|
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een natuurgebied is een gebied met opvallende eigenschappen als het gaat om flora, fauna, geologische of landschappelijke gesteldheid, zoals dit tot uiting komt in een grote uitgestrektheid of biodiversiteit. Natuurgebieden worden gekenmerkt door soorten en levensgemeenschappen waarvoor in agrarische, stedelijke en industriële cultuurlandschappen nog maar weinig plaats is overgebleven.
Grondlichaam (al dan niet verdedigd) bestemd tot het keren van water.
Reservedijk, deel uitmakend van de hoofdwaterkering, binnenwaarts gelegen van een dijk die sterk bedreigd werd of wordt.
Reservedijk, deel uitmakend van de hoofdwaterkering, binnenwaarts gelegen van een dijk die sterk bedreigd werd of wordt.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak.
Het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak.
Natuurlijk door of in water afgezet materiaal dat is ontstaan door verwering van gesteenten, behorende tot de fijnste groep afzettingsgesteenten.
Een gebied, dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen het peil beheerst kan worden.
Een gebied, dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen het peil beheerst kan worden.
Werksoort die bestaat uit het uitbreiden van het hoofd(vaar)wegennet door aanleg of verbreding van hoofd(vaar)wegen, verbetering van bestaande hoofd(vaar)wegen en maatregelen die bijdragen aan een capaciteitsvergroting van de bestaande infrastructuur (benutting).
Het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak.
Het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak.
In het algemeen: het diffuus uittreden van grondwater. In het bijzonder: het uittreden van grondwater onder invloed van grotere stijghoogten elders in het hydrologische systeem.
Water dat door een drukverschil vanuit de bodem omhoog komt.
In het algemeen: het diffuus uittreden van grondwater. In het bijzonder: het uittreden van grondwater onder invloed van grotere stijghoogten elders in het hydrologische systeem.
Vogels (Aves) zijn een klasse van warmbloedige, gewervelde dieren die gekenmerkt worden door het bezit van veren, een hol maar sterk skelet, en de aangepaste voorste ledematen die hen in beginsel het vermogen geeft te vliegen. Vogels komen wereldwijd voor, in zeer uiteenlopende milieus. Sommige zijn aangepast aan het leven in water, zoals zeevogels, andere aan het leven op het land, zoals loopvogels, en weer andere zijn behendige vliegers. Er zijn meer dan tienduizend soorten beschreven, waarvan meer dan de helft tot de zangvogels behoren.
Het weer is de gesteldheid van de atmosfeer op een bepaald ogenblik. Dit in tegenstelling tot het klimaat, dat een gemiddelde is van de verschillende meteorologische metingen over een afgelopen periode van 30 jaar.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Delta is een plugin op Erdas Imagine, ontwikkeld door Imagem om mutaties in het terrein op te sporen middels remote sensing technieken.
De armen waarin de rivier zich vertakt bij haar uitmonding inclusief het door die armen omsloten land.
De kans dat de dreiging optreedt en het verlies (of impact) realiteit wordt.
Reservedijk, deel uitmakend van de hoofdwaterkering, binnenwaarts gelegen van een dijk die sterk bedreigd werd of wordt.
Reservedijk, deel uitmakend van de hoofdwaterkering, binnenwaarts gelegen van een dijk die sterk bedreigd werd of wordt.
Oppervlakte van de aarde.
Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal (sediment), water en lucht dat aan het aardoppervlak of (vlak) daaronder voorkomt.
Hoogteligging van het grondoppervlak in een gebied, met uitzondering van taluds en bermen of andere (kunstmatige) verhogingen dan wel verlagingen
Een laag is in de lithostratigrafie een onderverdeling van een formatie en wordt door afzetting gevormd (geogenese).
Inwerking van een zaak of omstandigheid op een andere (of op personen).
Grondwater dat onder druk aan de oppervlakte uit de bodem komt.
In het algemeen: het diffuus uittreden van grondwater. In het bijzonder: het uittreden van grondwater onder invloed van grotere stijghoogten elders in het hydrologische systeem.
Doorsijpeling van water onder de dijk door.
In het algemeen: het diffuus uittreden van grondwater. In het bijzonder: het uittreden van grondwater onder invloed van grotere stijghoogten elders in het hydrologische systeem.
Landbouw of agricultuur is het geheel van economische activiteiten waarbij de bodem wordt gebruikt voor de productie van planten en dieren, ten behoeve van de menselijke economie. Het kan hierbij gaan om de productie van voedings- en genotsmiddelen, om de productie van veevoeder, van grondstoffen en van siergewassen.
Ontgrondingkuil direct achter of voor een dijk die is ontstaan bij een oude dijkdoorbraak waar nu vaak de dijk in een kronkel omheen ligt. Het is dan een klein meertje geworden.
Niet bewerkte en onbebouwde grond.
Het stelsel van gemeen liggende, met elkaar in open verbinding staande peilgebieden waarop het water onder vrijverval (zonder tussenkomst van een waterregulerend kunstwerk) of van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater (Waddenzee / Dollard).
Het stelsel van gemeen liggende, met elkaar in open verbinding staande waterlopen en meren waarop het water van lager gelegen polders wordt uitgeslagen en dienend voor eventueel tijdelijke berging en lozing op het buitenwater.
Brengen van stoffen in een oppervlaktewaterlichaam of brengen van water of stoffen op een zuiveringtechnisch werk.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Een gebied, dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen het peil beheerst kan worden.
Een gebied, dat door een waterkering beschermd is tegen water van buiten en waarbinnen het peil beheerst kan worden.
De afvoer van water via een stelsel van open waterlopen naar een lozingspunt van het afwateringsgebied.
De natuur is de inhoud en werking van het heelal zoals door de mens waargenomen, ervaren en/of gewaardeerd. Hiertoe behoren de niet-levende en de levende natuur. De natuur wordt met name bestudeerd door de natuurwetenschappen.
Geheel van individuen die in alle enigszins belangrijk geachte kenmerken met elkaar en met hun nakomelingen overeenkomen.
Een groep voorwerpen die een bepaald aantal kenmerken gemeenschappelijk heeft en zich daarin onderscheidt van overeenkomstige groepen. Verzameling mensen of dingen met dezelfde eigenschappen.
Geheel van individuen die in alle enigszins belangrijk geachte kenmerken met elkaar en met hun nakomelingen overeenkomen.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.