- bioturbatie
bioturbatie
Eigenschappen
Voorkeurslabel | bioturbatie |
---|---|
Definitie | Het omwoelen van de waterbodem door organismen en de daaruit voortvloeiende uitwisseling van materiaal tussen bodem en water. |
Toelichting op definitie | Bijvoorbeeld door regenwormen.
Bron: Ecologische normen waterbeheer. Deeladvies III: beschrijving van de parameters. Gezondheidsraad, Rapport no. 89/21, Den Haag, 1989 (gewijzigd) Bioturbatie is in de bodemkunde, sedimentologie, limnologie en oceanografie het door elkaar werken en verplaatsen van sediment door organismen (zowel planten als dieren). Bioturbatie komt alleen voor als organismen in het sediment aanwezig zijn, in anoxische omstandigheden komt het niet voor. Voorbeelden van organismen die bioturbatie veroorzaken in mariene sedimenten zijn ringwormen, tweekleppigen, slakken of zeekomkommers. In terrestrische sedimenten kan bioturbatie veroorzaakt worden door insecten en de wortelgroei van planten. Het gevolg van bioturbatie is dat oorspronkelijke sedimentaire structuren, zoals cross-bedding of verschillen in korrelgrootte verdwijnen. Bioturbatie verhoogt de porositeit van een bodem waardoor het totale oppervlak tussen water en sediment groter wordt. Dit versnelt de reactiesnelheid van chemische processen tussen grond- of oppervlaktewater en de bodem. Omdat bioturbatie de structuur en chemie van sediment beïnvloedt wordt het proces tot diagenese gerekend. (Wipedia) |
Exacte overeenkomst | https://www.aquo.nl/index.php/Id-3be02d00-5d20-4f0b-b86b-a10280187cfc, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bioturbatie |
Afbeelding van | Wormen veroorzaken bioturbatie. |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
bioturbatie | Breder | |
bioturbatie | Bron van |
|
bioturbatie | Gerelateerd | |
bioturbatie | Lid van Aquo |
|
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|
Het omwoelen van de waterbodem door organismen en de daaruit voortvloeiende uitwisseling van materiaal tussen bodem en water.
Het omwoelen van de waterbodem door organismen en de daaruit voortvloeiende uitwisseling van materiaal tussen bodem en water.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Het onder de waterspiegel gelegen grondvlak van een rivier, kanaal, meer, haven, etc., exclusief de overgang taluds naar de oevers.
Bodem en oevers die behoren tot het oppervlaktewaterlichaam.
Bodem van een oppervlaktewaterlichaam.
Bodem onder het oppervlaktewater of de bodem in voor dat water bestemde ruimte in de zin van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
De bodem onder open wateren, meestal aangerijkt met een laag slib (bestaande uit organische en/of mineralen bestanddelen) die door (natuurlijke) sedimentatie van zwevende bestanddelen in het open water is ontstaan.
Levend biologisch wezen.
Materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof, bestemd om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, geselecteerd op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Het aan de oppervlakte liggende pakket van de aardkorst met de daaronder liggende aardlagen onder invloed van de hydrosfeer, atmosfeer en organismen.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een norm of standaard is een document met erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode.
Een open standaard (of norm) is een standaard (norm) die publiekelijk beschikbaar is en waaraan verschillende gebruiksrechten zijn verbonden. De term wordt vooral gebruikt bij hard- en software, omdat juist daar ook veel gesloten standaarden worden gebruikt, waarbij men voor de inzage van de specificaties, een licentie dient aan te vragen.
Algemene regel m.b.t. een parameter met een bepaalde mate van bindendheid, al dan niet mede in kwantitatieve termen uitgedrukt.
Het geheel van onderzoekingen, plannen, technische werken en bestuurlijke maatregelen, dat dient om te komen tot een zo doelmatig mogelijk integraal beheer van het aanwezige grond- en oppervlaktewater.
Korte inhoudelijke toelichting.
Een coëfficiënt die de grootte van een systeemkenmerk aangeeft. Hierbij kunnen twee soorten parameters worden onderscheiden: een harde parameter en een zachte parameter.
Een eigenschap van een systeem, medium, organisme of object die kan worden gemeten of bepaald.
Managementproduct waarmee een momentopname wordt verstrekt van de status van bepaalde aspecten van het project.
Anders maken, anders worden, overgaan op iets anders.
Het omwoelen van de waterbodem door organismen en de daaruit voortvloeiende uitwisseling van materiaal tussen bodem en water.
Het omwoelen van de waterbodem door organismen en de daaruit voortvloeiende uitwisseling van materiaal tussen bodem en water.
Bodemkunde of pedologie is de tak van wetenschap die zich bezighoudt met de samenstelling en vorming van bodems en de wijze waarop deze gebruikt kunnen worden voor allerhande doeleinden zoals woningbouw, landbouw, wegenbouw en waterbouw.
Sedimentologie is de tak binnen de geologie die de samenstelling en het ontstaan van sedimenten en sedimentaire gesteenten bestudeert.
De uitvoering van een aantal samenhangende werkzaamheden (in of aan een watersysteem) met vooraf omschreven doel en qua tijd en kosten afgebakend.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Planten (Viridiplantae binnen de Archaeplastida, oorspronkelijk Plantae) zijn organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen. De naam Plantae wordt niet meer voor een taxonomische eenheid gebruikt.
De plantenwereld van een regio.
De dierenwereld van een regio.
Dieren behoren tot een grote groep organismen, namelijk die van het Rijk der Animalia of Metazoa. Ze zijn over het algemeen meercellig, in staat tot beweging, reageren op hun omgeving en voeden zich met andere organismen.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Terrestrisch betekent letterlijk Aards; in sommige betekenissen wordt ermee bedoeld: op het land.
Insecten (Insecta) zijn een klasse van zespotige, ongewervelde dieren die behoren tot de geleedpotigen (Arthropoda). Met meer dan een miljoen beschreven soorten vormen de insecten verreweg de grootste klasse binnen het dierenrijk.
Geul waardoor het rivierwater of beekwater stroomt, de bodem tussen de oevers.
Korrelgrootte vergeleken met bolvormig deeltje met een gelijke dichtheid en een vergelijkbare diameter.
Het (intergranulaire) volume van de poriën gedeeld door het totale volume van de grond (bodemdeeltjes en poriën).
Een oppervlak in de driedimensionale meetkunde kan intuïtief worden gezien als een ruimtelijk object waarop men in twee onafhankelijke richtingen kan bewegen, zoals op een boloppervlak. Dit in tegenstelling tot een lijn, waar men slechts één bewegingsrichting heeft, namelijk langsheen de lijn zelf.
Scheikunde of chemie is de natuurwetenschap die zich richt op de studie van samenstelling en opbouw van stoffen, de chemische veranderingen die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden, en de wetmatigheden die daaruit te destilleren zijn.
Scheikunde of chemie is de natuurwetenschap die zich richt op de studie van samenstelling en opbouw van stoffen, de chemische veranderingen die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden, en de wetmatigheden die daaruit te destilleren zijn.
Oppervlakte van de aarde.
Grond is een mengsel van verweerd vast materiaal (sediment), water en lucht dat aan het aardoppervlak of (vlak) daaronder voorkomt.
Het grondoppervlak in principe bedekt met water.
Scheikunde of chemie is de natuurwetenschap die zich richt op de studie van samenstelling en opbouw van stoffen, de chemische veranderingen die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden, en de wetmatigheden die daaruit te destilleren zijn.
Scheikunde of chemie is de natuurwetenschap die zich richt op de studie van samenstelling en opbouw van stoffen, de chemische veranderingen die plaatsvinden onder bepaalde omstandigheden, en de wetmatigheden die daaruit te destilleren zijn.
Een set van samenhangende activiteiten om een bepaald doel te bereiken met een duidelijk resultaat.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Uniforme taal voor het uitwisselen van gegevens binnen de watersector.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.