- zomerpeil
zomerpeil
Eigenschappen
Voorkeurslabel | zomerpeil |
---|---|
Afkorting | zp |
Definitie | Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit. |
Synoniem | zomerpeilen |
Toelichting op definitie | In de zomer is meer behoefte aan water voor de groei van planten en bomen in de natuur en voor landbouwgewassen. Ook is de verdamping groter dan in de winter. De waterstand in sloten en vaarten daalt hierdoor. Daarom stellen waterschappen een zomerpeil in. Dit peil is hoger dan het winterpeil.
Hiermee zorgt het waterschap voor voldoende water voor landbouw, natuur en andere doeleinden. De verhoging van het waterpeil naar het zomerpeil gebeurt geleidelijk om schade aan de oevers te voorkomen. |
Voorbeeld | https://opendata.hunzeenaas.nl/opendataportaal/srv/metadata/15f6aca8-a8e3-4399-b882-ec85c3089440 |
Bijna overeenkomst | https://www.waterschappen.nl/overgang-winterpeil-naar-zomerpeil/, https://www.ensie.nl/anw/zomerpeil, https://www.begrippenxl.nl/droogte/nl/page/zomerpeil |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
zomerpeil | Breder | |
zomerpeil | Bron van |
|
zomerpeil | Deel van | |
zomerpeil | Gerelateerd |
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|---|---|
stuwpeil (Begrip) | Gerelateerd | zomerpeil |
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Een afkorting is, in schriftelijk taalgebruik, iedere verkorte schrijfwijze voor een woord, woordgroep, naam of andere aanduiding.
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat.
Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat.
Een cluster van afwateringsgebieden waarin één en hetzelfde peil wordt nagestreefd.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Bestuurlijk besluit met betrekking tot de te handhaven waterhoogte in waterlopen.
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de zomer bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de zomer. Het zomerpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een massa stilstaand landoppervlaktewater.
Verlangen naar hetgeen je mist.
Planten (Viridiplantae binnen de Archaeplastida, oorspronkelijk Plantae) zijn organismen die zich niet kunnen voortbewegen en die fotosynthese vertonen. De naam Plantae wordt niet meer voor een taxonomische eenheid gebruikt.
De plantenwereld van een regio.
In de plantkunde wordt met een boom een relatief hoge (doorgaans vanaf vijf meter) overblijvende plant bedoeld met één verhoute stam (ontstaan de secundaire diktegroei) en meestal een kroon. Er is geen nauwkeurige definitie van een boom; overgangsvormen naar een struik komen voor.
De natuur is de inhoud en werking van het heelal zoals door de mens waargenomen, ervaren en/of gewaardeerd. Hiertoe behoren de niet-levende en de levende natuur. De natuur wordt met name bestudeerd door de natuurwetenschappen.
Verdamping (evaporatie) is in de natuurkunde de faseovergang van vloeistofmoleculen aan een oppervlak naar de gasfase.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Algemene benaming voor een waterloop van beperkte breedte die stilstaand of slechts langzaam stromend water bevat.
Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat.
Een gegraven grote waterloop die dient voor scheepvaart en/of watertransport.
Een langgerekte verlaging in het terrein van natuurlijke of kunstmatige oorsprong die permanent of periodiek stromend water bevat.
Een overheidsinstantie die in een bepaalde regio in Nederland tot taak heeft de waterhuishouding te regelen. De regio wordt niet bepaald door gemeente- of provinciegrenzen, maar door stroomgebieden.
Een overheidsinstantie die in een bepaalde regio in Nederland tot taak heeft de waterhuishouding te regelen. De regio wordt niet bepaald door gemeente- of provinciegrenzen, maar door stroomgebieden.
Niveau, peil dat het water in de primaire watergang binnen het peilgebied in de winter bereikt of pleegt te bereiken; waterniveau in de winter. Het winterpeil is vastgesteld in het peilbesluit.
Een overheidsinstantie die in een bepaalde regio in Nederland tot taak heeft de waterhuishouding te regelen. De regio wordt niet bepaald door gemeente- of provinciegrenzen, maar door stroomgebieden.
Een overheidsinstantie die in een bepaalde regio in Nederland tot taak heeft de waterhuishouding te regelen. De regio wordt niet bepaald door gemeente- of provinciegrenzen, maar door stroomgebieden.
Landbouw of agricultuur is het geheel van economische activiteiten waarbij de bodem wordt gebruikt voor de productie van planten en dieren, ten behoeve van de menselijke economie. Het kan hierbij gaan om de productie van voedings- en genotsmiddelen, om de productie van veevoeder, van grondstoffen en van siergewassen.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP.
Afwijking op de gewenste situatie waarbij waardevermindering optreedt en waarbij niet per definitie een directe relatie met de functionaliteit kan worden gelegd.
Het gebied op de grens van water en land waar het dynamisch samenspel van land en water plaatsvindt.
Object dat in het kader van de waterhuishouding periodiek gedeeltelijk of geheel met water is bedekt.
Water in vaste of vloeibare vorm dat uit de atmosfeer op het aardoppervlak valt.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
Het intreden van water aan het grondoppervlak.
Al het water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met bodem of ondergrond staat.
De hoogte van een punt waar het grondwater een drukhoogte gelijk nul heeft (de absolute waterdruk is dan gelijk aan de druk van de atmosfeer) t.o.v. een referentieniveau.
Alle onbedoelde effecten als gevolg van daling van de grondwaterstand op bos, natuur en landschap, zowel als gevolg van vochttekort als van mineralisatie en verandering in de invloed van kwel en neerslag.
Constructie om krachten te verdelen over de onderliggende grond of over te brengen naar een dieper gelegen laag.
Bepaalde tijdsduur.
In een peilgebied/peilafwijking nagestreefd peil (veelal voor een bepaalde periode).
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.