- sedimentatie
sedimentatie
Eigenschappen
Voorkeurslabel | sedimentatie |
---|---|
Definitie | Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht. |
Synoniem | afzetting, accumulatie |
Toelichting op definitie | Opmerking: men onderscheidt aanslibbing en aanzanding. (bron: Oosterloo, W., Woordenlijst NVA-cursus kwaliteitsbeheer oppervlaktewater, 1992. / Aquo)
In vlakke gebieden stromen rivieren trager. Het water wordt rustig en het meegenomen materiaal zakt naar de bodem. Ook wind en smeltend landijs leggen op een bepaald moment het meegenomen puin neer. Het zinken van verweringsmateriaal als de transportsnelheid van water, ijs of wind afneemt, heet sedimentatie. Meestal gebeurt dit door stromend water in zeeën of rivieren. Er zijn veel factoren die de sedimentatie bepalen:
In de glaciale geomorfologie (bespreekt landschappen gecreëerd door gletsjers) onderscheidt men 5 accumulatievormen:
In een firnbekken is er sprake van accumulatie van sneeuw: dit is het accumulatiegebied. Daarnaast is er het ablatiegebied, de gletsjertong, waar het ijs afsmelt. |
Exacte overeenkomst | https://www.aquo.nl/index.php/Id-499df0e9-6e02-480b-8ecb-c97a8c902bc9, https://nl.wikipedia.org/wiki/Sedimentatie |
Afbeelding van | Een rivier snijdt zijn eigen, eerder afgezette, horizontaal gelaagde lagen grind in. De lagen demonstreren het principe van oorspronkelijke horizontaliteit. |
Video van | |
Status | Concept |
Relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunten |
---|---|---|
sedimentatie | Breder | |
sedimentatie | Bron van |
|
sedimentatie | Lid van Aquo |
|
Afgeleide relaties
Vertrekpunt | Relatie | Eindpunt |
---|---|---|
sedimentatiegradiënt (Begrip) | Breder | sedimentatie |
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een set van samenhangende activiteiten om een bepaald doel te bereiken met een duidelijk resultaat.
Door neerslag uit een vloeistof gevormde laag.
Door neerslag uit een vloeistof gevormde laag.
Een deeltje is een kleine hoeveelheid materie. De benaming wordt zowel voor ondeelbare (elementaire) deeltjes als voor systemen van meerdere deeltjes gebruikt.
Grondoppervlak in principe bedekt met water.
Objectcategorie in het natte beheer van de infrastructuur waaraan functie-eisen gesteld worden voor m.n. ecologie en waterkwaliteit, drinkwater, regionale watervoorziening, beroepsvisserij koelwater en zwemwater.
De meest algemene, over de gehele aarde verbreide vloeistof die, als zij zuiver is, geen kleur, reuk of smaak heeft en waarvan de moleculen uit twee atomen waterstof en één atoom zuurstof bestaan (H2O).
De zwaartekracht of gravitatie is een aantrekkende kracht die twee of meer massa's op elkaar uitoefenen.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Beschrijving van de generieke kenmerken waarover een object dient te beschikken om te worden geclassificeerd als instantie van een specifiek objecttype.
Een algemene opmerking omtrent een fenomeen of object
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Geconcentreerde uitstroming van kwelwater.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Het grondoppervlak in principe bedekt met water.
Uniforme taal voor het uitwisselen van gegevens binnen de watersector.
Materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof, bestemd om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, geselecteerd op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt.
Door water afgezette sedimentdeeltjes met een grootte tussen 4 en 62 micrometer.
Zeer kleine droge deeltjes.
Fysiek object dat bestaat uit een macroscopische hoeveelheid materie, waarvan de afmetingen zodanig zijn dat de klassieke fysica dominant is. Het object kan als een continuum worden behandeld. (bron: Wikipedia, de vrije encyclopedie (NL))
Een natuurlijk los afzettingsgesteente bestaande uit een mengsel van voornamelijk minerale deeltjes met een korrelgrootte die hoofdzakelijk ligt tussen 0.063 en 2 mm. De samenstelling en aard van de korrels en korrelgrootte verdeling kan sterk variëren. Van het totaal aan minerale deeltjes kleiner dan 2 mm is maximaal 8% kleiner dan 0.002 mm en maximaal 50% kleiner dan 0.063 mm, terwijl maximaal 30% van het volledige minerale mengsel groter dan 2 mm mag zijn.
Bewegende lucht.
Vaste vorm van water die in de natuur gevormd wordt door: het bevriezen van water, het direct condenseren van atmosferische damp in kristallen, het samenpakken van sneeuw met of zonder de beweging van een gletsjer of impregnatie van poreuze sneeuwmassa's met water en het gevoegelijk bevriezen daarvan.
Door neerslag uit een vloeistof gevormde laag.
Door neerslag uit een vloeistof gevormde laag.
Inwerking van een zaak of omstandigheid op een andere (of op personen).
Documentaire Informatievoorziening is het beheren, archiveren, registreren en beschikbaar stellen van documenten binnen een organisatie.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Het proces van bezinking van deeltjes in het water door de zwaartekracht.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Harde stof met een minerale samenstelling.
Het geheel van virtuele en fysieke (aanwijsbare) opdelingen en indelingen van het aardoppervlak.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Het aan de oppervlakte liggende pakket van de aardkorst met de daaronder liggende aardlagen onder invloed van de hydrosfeer, atmosfeer en organismen.
Moment ontstaat als een profiel of een plaat in de dwarsrichting belast wordt.
Rondgaande waterbeweging, waarbij de snelheid der waterdeeltjes nabij de rand groter is dan in het midden.
Uitgestrekt oppervlak zout water dat het grootste deel van de aarde bedekt.
Snelheid is de mate van verandering per tijdseenheid. Vaak wordt gedoeld op de snelheid van een beweging: de afgelegde weg per tijdseenheid. Plaats en snelheid zijn basisbegrippen in de kinematica. Het zijn beide vectorgrootheden, dus met een grootte en een richting. De snelheidsvector, die een grootte en een richting heeft, is de afgeleide naar de tijd van de plaatsvector. Het begrip snelheid wordt, afhankelijk van de context, ook vaak gebruikt voor de grootte van de snelheid (soms aangeduid met 'vaart' of 'gang').
Aan- of afvoer van water of gassen die in een specifieke richting plaatsvindt.
Korrelgrootte vergeleken met bolvormig deeltje met een gelijke dichtheid en een vergelijkbare diameter.
De op een locatie getransporteerde hoeveelheid van een stof.
Doorsnede van een waterloop loodrecht op de gemiddelde richting van de stroming.
Deel van de fysische geografie dat de vorming van het aardoppervlak als onderwerp heeft.
Het waarneembare deel van de aarde, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en wederzijdse beïnvloeding van de factoren bodem, reliëf, water, klimaat, flora en fauna, alsmede het menselijk handelen.
Een gletsjer is een bewegende ijsmassa die gevormd wordt uit sneeuw die op land terechtkomt.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Korrelvormig materiaal dat door verwering en erosie van het vaste aardoppervlak is ontstaan.
Vaste stof die is neergewaaid of neergeslagen uit een vloeistof.
Natuurlijk door of in water afgezet materiaal dat is ontstaan door verwering van gesteenten, behorende tot de fijnste groep afzettingsgesteenten.
Blokvormig element, meestal van beton of steen, bedoeld om een openbare ruimte te verfraaien, achterliggende gebieden te beschermen of te dienen als zit- of speelelement.
Sneeuw is een vorm van neerslag die bestaat uit ijskristallen.
Wikipedia is een online encyclopedie die ernaar streeft inhoud te bieden die vrij herbruikbaar, objectief en verifieerbaar is.
Obligatoire verbintenisscheppende, meerzijdige rechtshandeling in de vorm van een wilsovereenkomst tussen twee of meer partijen gericht op het in het leven roepen van verbintenissen.
Document dat een tweedimensionale representatie van een object, persoon of situatie is. Toelichting: Een voor de hand liggend voorbeeld is een foto van een persoon. Er zijn evenwel diverse andere soorten van tweedimensionale representaties van objecten.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Een brede natuurlijke waterloop die de afwatering van een stroomgebied verzorgt.
Een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen.
Het water, dat ten atmosferische neerslag op hellende terreinen valt, vloeit, voor zover het niet verdampt of door planten wordt opgenomen, tezamen tot een waterloop en stroomt naar laaggelegen streken. Zulk een natuurlijke afvloeiing heet een rivier.
Een laag is in de lithostratigrafie een onderverdeling van een formatie en wordt door afzetting gevormd (geogenese).
Gesteente, hoofdzakelijk bestaande uit kwarts, overwegend rond, van natuurlijke herkomst, met een korrelgrootte tussen de 2 mm en 63 mm.
Mentale representatie van een soort ding.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
Een begrip is een entiteit waarmee een bepaalde klasse, een idee of een relatie als object aangeduid kan worden.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Een bron is de plaats of organisatie waar bepaalde informatie is ontstaan en/of beschikbaar wordt gesteld, of de documenten waarin die informatie is vervat.
Punt van waaruit grondwater wordt onttrokken.
Oorsprong van een emissie.
Grondwater dat op natuurlijke wijze uit het aardoppervlak tevoorschijn komt.
Het systeem dat de in te winnen grootheden levert.
In de wiskunde is de afgeleide of het differentiaalquotiënt een maat voor verandering van een functie ten opzichte van verandering van zijn variabelen. Voor een functie in één variabele is de afgeleide de limiet van de verhouding tussen de verandering in de functiewaarde en de verandering in de variabele die daaraan ten grondslag ligt.
Een natuurlijk dan wel niet-natuurlijk persoon waarvan de waterbeheerder gegevens bewaart.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.
De typering van het structurele verband tussen een object van een objecttype en een (ander) object van een ander (of hetzelfde) objecttype.